"Neig uw oor... en richt uw hart tot Alijn kennis. "
Wij moeten de essentiële punten waarom het in de grote strijd gaat, beter begrijpen dan wij nu doen. Wij moeten de waarde van de waarheden in het woord van God meer volledig verstaan en ook het gevaar inzien dat onze geest daarvan afdwaalt door verleidingen van de verzoeker.
De oneindige waarde van het offer dat vereist werd voor onze verlossing openbaart het feit, dat de zonde een verschrik- kelijk kwaad is. Door de zonde is het gehele menselijke organisme verstoord, de geest en de verbeelding werden verdorven. Zonde heeft de vennogens van de ziel verlaagd. Verzoekingen van buiten vinden weerklank in het hart, en de voeten richten zich omnerkbaar naar het kwade.
Zoals het offer dat voor ons volbracht werd, volkomen was, zo moet ook ons herstel van de verontreiniging van zonde volkomen zijn. Gods wet zal geen enkele verkeerde daad verontschuldigen; geen ongerechtigheid kan veroordeling ont- lopen. De ethiek van het evangelie erkent geen andere maatstaf dan de volmaaktheid van het goddelijke karakter. Het leven van Chnstus was een volmaakte vervulling van elk voorschrifi van de wet. zei: "Gelijk Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb." (1) Zijn leven is ons voorbeeld van gehoorzaamheid en dienst. God alleen kan het hart vemieuwen. "Want God is het, die om Zijn welbehagen zowel het willen als het werken in u werkt." Maar ons wordt gezegd: "Werkt uw behoudenis met vreze en beven." (2)
Het Werk dat onze Gedachten vereist
Verkeerdheden kumren niet goedgepraat worden, noch kunnen hervormingen in het gedrag worden bereikt door zwakke onderbroken pogingen. Karaktervorming (karakteropbouw) is het werk, niet van een dag, noch van een jaar, maar van een heel leven. De worsteling om de overwirming over zichzelf, voor heiligheid en de hemel, is een levenslange worsteling. Zonder voortdurende inspanning en constante activiteit kan er geen vooruitgang zijn in het goddelijk leven en geen overwin- naarskroon. Het sterkste bewijs dat de mens van een hogere staat is gevallen, is het feit dat het zoveel kost om terug te keren. De weg temg kan alleen gewonnen worden door zware strijd, centimeter voor centimeter, uur bij uur. In één moment, in een haastige onbewaakte handeling kunnen wij onszelf in de macht van de boze plaatsen; maar het vraagt meer dan een moment om de banden te verbreken en een heiliger leven te verkrijgen. Het voomemen moge er zijn, het werk begonnen, maar de voltooiing zal tijd vergen, volharding, geduld en opoffering.
Wij kunnen onszelf niet toestaan om impulsief te handelen. Wij kimnen geen moment onachtzaam zijn. Omringd door verzoekingen zonder tal, moeten wij stevig weerstand bieden, of verslagen worden. Zouden wij aan het eind van ons leven komen en het werk zou ongedaan zijn, dan zou dat een eeuwig verlies betekenen.
Het leven van de apostel Paulus was een voortdurend conflict met zichzelf. Hij zei: "Ik sterf dagelijks." (3) Zijn wil en zijn verlangens streden elke dag tegen zijn plicht en de wil van God. In plaats van eigen neigingen te volgen deed hij Gods wil, hoe zwaar dat kruis ook was voor zijn natuur. Aan het einde van zijn leven van strijd, terugziend op de worstelingen en overwimingen, kon hij zeggen: "Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb de loop beëindigd, ik heb het geloof behouden: voorts is voor mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, die de Here, de rechtvaardige Rechter, mij zal schenken op die dag." (4)
Het christelijke leven is een strijd en een mars. In deze strijd is er geen adempauze; en er is een voortdurende, volhardende inspanning. Het is door onophoudelijk streven dat wij de overwinning over de verzoekingen van de satan kunnen handhaven. Christelijke trouw moet nagestreefd worden met onweerstaanbare energie en gehandhaafd blijven met resolute vasthoudendheid en doelbewustheid.
Niemand zal hogerop komen zonder strenge vasthoudendheid en doelbewustheid.
Niemand zal hogerop komen zonder strenge vasthoudende pogingen ten eigen behoeve. Iedereen moet in de strijd zelf strijden; niemand kan onze strijd strijden. Wij zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het verloop van de strijd; al waren Noach, Job en Daniël in het land, zij konden zoon noch dochter door hun gerechtigheid redden.
De Kennis die Wij ons moeten Eigen maken
Er is een christelijke kennis die wij ons moeten eigen maken, - een kemris, even dieper, breder en hoger dan iedere menselijke wetenschap als de hemelen hoger zijn dan de aarde. Geest en verstand moeten onder beheersing gebracht, opgevoed en getraind worden; want wij moeten God dienen op een wijze, die niet in harmonie is met de aangeboren neigingen. Geërfde en verworven aanleg tot het kwade moet overwonnen worden. Dikwijls moet van een levenslange opleiding en training afgezien worden, opdat men een leerling kan worden in de school van Christus. Onze harten moeten opgevoed worden tot standvast- igheid in God. Wij moeten gedachtengewoonten vonnen die ons in staat stellen verzoekingen te weerstaan. Wij moeten leren opwaarts te zien. De beginselen van het woord van God, - beginselen, die zo hoog zijn als de hemel, en die de eeuwigheid omvatten, - moeten wij in verband met ons dagelijks leven, begrijpen. Elke daad, elk woord, elke gedachte, moet in overeenstemming zijn met deze beginselen. Alles moet in harmonie gebracht met en ondergeschikt gemaakt worden aan Christus. De kostbare genadegaven van de Heilige Geest worden niet in een oogwenk ontwikkeld. Moed, standvastigheid, geloof, onwankelbaar vertrouwen in Gods macht om te redden, worden verkregen door jarenlange ervaring. Door een leven van heilig streven en zich vastklampen aan het goede, moeten de kinderen Gods hun bestemming bezegelen.
Geen Tijd te Verliezen
Wij hebben geen tijd te verliezen. Wij weten niet hoe spoedig onze genadetijd eindigt. In het gunstigste geval hebben wij hier maar een korte tijd te leven, en wij weten niet hoe spoedig de pijl van de dood ons hart zal treffen. Wij weten niet hoe spoedig wij geroepen kunnen worden om de wereld en haar belangen op te geven. De eeuwigheid strekt zich voor ons uit. Het gordijn zal spoedig opgelicht worden, nog maar enkele korte jaren en voor ieder die nu onder de levenden geteld wordt, gaat het bevelschrift uit:
"Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht;... wie recht- vaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd." (5)
Zijn wij voorbereid? Zijn wij bekend geworden met God, de Heerser van de Hemel, de Wetgever, en met Jezus Christus, die Hij in de wereld gezonden heelt als Zijn vertegenwoordiger? Als ons levenswerk geëindigd is, zullen wij dan met Christus kunnen zeggen:
"Ik heb u op de aarde verheerlijkt; Ik heb het werk voleindigd dat Gij Mij gegeven hebt om te doen... Ik heb Uw naam geopenbaard." (6)
De engelen van God proberen ons van onszelf en van aardse dingen af te trekken. Laat hen niet tevergeefs werken. Zij die hun denken de vrije loop hebben gelaten, moeten veranderen." Omgord dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Chiistus. Voegt u als gehoorzame kinderen, niet naar de begeerte uit de tijd uwer onwetendheid, maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt ook gijzelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: "Weest heilig, want lk ben heilig." (7) De gedachten moeten op God geconcentreerd worden. Wij moeten emstige pogingen doen om de kwade neigingen van het natuurlijke hart te overwinnen. Onze pogingen, onze zelfverloochening en onze Volharding moeten in verhouding staan tot de oneindige waarde van het doel dat wij najagen. Alleen door te overwinnen, zoals Christus overwon, zullen wij de kroon des levens ontvangen.
De Noodzaak van Zelfverloochening
Het grote gevaar voor de mens ligt in zelíbedrog, overgave aan zelfgenoegzaamheid en dus verwijdering van God, de bron van kracht. Onze natuurlijke neigingen, tenzij zij door de Heilige Geest van God geconigeerd worden, dragen in zich de zaden van de morele dood. Tenzij wij een levendige verbinding met God hebben, kunnen wij de onheilige effecten van zelfgenoeg- zaamheid, eigenliefde en verzoekingen tot zonde niet weerstaan. Teneinde hulp van Christus te ontvangen, moeten wij onze nood beseffen. Wij moeten een juiste kemiis van onszelf hebben. Slechts hij die erkent een zondaar te zijn, kan gered worden door Christus. Alleen als we onze totale hulpeloosheid inzien en alle zelfvertrouwen opzij zetten, zullen wij beslag leggen op goddelijke macht. Deze veiwerping van onszelf moet niet alleen aan het begin van het christelijke leven plaats vinden. Bij iedere stap hemelwaarts moet zij vemieuwd worden. Al onze goede werken zijn afliankelijk van een macht buiten onszelf; daarom is het zo nodig dat ons hart voortdurend uitgaat naar God en er een voortdurend emstig belijden van zonde en vemedering van de ziel voor Hem plaats vindt. Gevaren omringen ons en wij zijn alleen veilig als we onze zwakheid voelen en onsnmet de greep van geloof vasthouden aan onze almachtige Bevnjder.
Christus de Bron van alle ware Kennis
Wij moeten ons afwenden van duizenden _ondeiwe_1pen die zich aan ons opdringen. Er zijn zaken die tijd verslinden en vragen opwerpen, maar in niets eindigen. _\
Het aanvaarden van nieuwe theorieën betekent op zichzelf genomen nog geen nieuw leven voor de ziel. Zelfs een _beke_nd zijn met de feiten en theorieën, die in zichzelf belangnjk zijn, is van weinig waarde, tenzij ze in praktijk worden gebracht. Wij moeten onze verantwoordelijkheid voelen om onze ziel voedsel te geven, dat voeden zal en geestelijk leven stmiuleren.
"Zodat uw oor wijsheid opmerkt... en gij uw hait neigt tot verstandigheid... Indien gij haar zoekt als zilver... En naar haar speurt als naar verborgen schatten: dan zult gij de vreze des Heren verstaan en de kemiis Gods vinden...
Dan zult gij gerechtigheid en recht verstaan, ook rechtschapenheid, elke goede weg. Want wijsheid zal in uw hart komen, __ en de kennis zal voor uw ziel liefelijk zijn; bedachtzaamheid zal over u waken, verstandigheid zal u behoeden." (8)
"Wijsheid is een boom des levens voor wie haar aangrijpen, wie haar vastgrijpen zijn gelukkig te prijzen-" (9)
De vraag die wij moeten bestuderen is: "Wat is waarheid - de waarheid die gekoesterd moet worden, bemmd, geeerd en gehoorzaamd?" De aanhangers van wetenschapzijn verslagen en ontmoedigd in hun pogingen om God te vinden. Wat zij moeten naspeuren is: "Wat is de waarheid die ons in staat zal stellen de redding voor onze ziel te winnen?"
"Wat denkt u van Christus'.7" - Dit is een boven alles belangrijke vraag. Erkent u Hem als een persoonlijke Verlosser? Allen die Hem aannemen, geefi Hij macht kinderen Gods te worden. Christus heeft God aan Zijn discipelen geopenbaard op een wijze die in hun harten een speciaal werk tot stand bracht, zoals Hij dat ook in onze harten wenst te doen. Er zijn velen die, lange tijd bij de theorie verblijvend, het oog op de levende macht van Christus, voorbeeld verloren. Zij verloren Hem als de nederige, zelfverloochende werker uit het oog. Wat zij nodig hebben, is Christus te aanschouwen. Wij hebben dagelijks nieuwe openbaringen van Zijn aanwezigheid nodig, wij moeten Zijn voorbeeld van zelfverloochening en zelfopoffering nauw- keurig volgen.
Wij hebben de ervaring nodig die Paulus had toen hij schreef: "Met Christus ben Ik gekruisigd; en toch leef ik, dat is niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heefi liefgehad en Zich voor Mij heefi overgegeven." (10)
De kemiis van God en van Jezus Christus, in het karakter uitgedrukt, is een verheerlijking boven al het andere dat op de aarde of in de hemel geacht wordt. Dat is de sleutel die de poorten van de hemelse stad opent. Het is deze kennis die God wil dat allen die Christus aanhangen, zullen bezitten.
Verwijzingen: 1. Joh 15;10 5. Openb. 22:11. 9. Spr.3:18. 2. Filip. 2:13,12 6. Joh.17:4-6. 10. Gal.2:20. 3. 1 Cor 15;31 7. lPetr. 1:13-16. 4. 2 Tim.4;7,8. 8. Spr.2:2-11.
|