"Wee hem die zijn naaste te drinken geeft en dronken maakt. "
"Wee hem die zijn huis bouwt met ongerechtigheid, zijn opperzalen met onrecht;... die zegt: Ik zal mij een groots huis bouwen, ruime opperzalen; die daarin vensters aanbrengt en het dekt met cederhout, het bestrijkt met menie. Zijt gij een koning als gij wedijveit in cederhout?... Maar gij hebt enkel oog en hart voor uw onrechtvaardig gewin en voor het vergieten van onschuldig bloed, voor het begaan van onderdrukking en geweld." (1)
Het Werk van de Handelaar in Sterke Dranken
Dit Schriftwoord tekent het werk van hen die drank fabriceren en verhandelen. Hun zaak betekent roof. Voor het geld dat zij ontvangen, wordt geen tegenwaarde geleverd. Iedere dollar die zij aan hun winst toevoegen, brengt een vloek en aan hen die de drank kopen.
Met ruime hand heeft God Zijn zegeningen aan de mensen geschonken. Als Zijn gaven verstandig werden gebruikt, hoe weinig zou de wereld van armoede en ellende geweten hebben! Het is de slechtheid van de mens die Zijn zegeningen in een
vloek verandert. Het komt door de jacht op gewin en de lust tot onmatigheid, dat granen en vruchten die ons voor onze instandhouding gegeven werden, veranderd worden in vergif die verdriet en verderf brengen.
Ieder Jaar worden miljoenen en miljoenen liters drank Verzwolgen. Miljoenen en miljoenen guldens besteed aan het kopen van ellende, armoede, ziekte, vernedering, wellusten, misdaad en dood. Uit winstbejag deelt de handelaar uit wat de geest en het lichaam verderft en vernietigt. Hij beschikt over de armoede en ellende van het gezin van de dronkaard. Als het slachtoffer dood is, houden de eisen van de drankhandelaar niet op. Hij berooft de weduwe en brengt de kinderen tot de bedelstaf. Hij aarzelt niet om het berooide gezin elke levensbehoefte af te nemen om de drankschuld van de echtgenoot en vader te laten betalen. Het schreien van de lijdende kinderen, de tranen van de angstige moeder ergeren hem alleen maar. Wat doet het hem of deze armen verhongeren? Wat doet het hem als__deze ook tot vermeerdering en ondergang gedreven worden? Hij wordt rijk op kosten van hen, die hij naar het verderf voert.
Huizen van prostitutie, holen van verdorvenheid, gerechtshof- ven, gevangenissen, armenhuizen, gestichten, hospitalen zijn allen tot op zekere hoogte gevuld met het resultaat van het werk van de drankhandelaar. Zoals het mystieke Babylon in Openbaring handelt hij "in slaven en zielen van mensen." Achter de drankhandelaar staat de machtige verderver van zielen; en iedere kunst, die aarde en hel kunnen bedenken wordt toegepast om mensen onder zijn macht te brengen. In ,de stad en_0P hel land, 111 treinen, op grote vaartuigen, in handelsplaatsen, huizen van plezier, in apotheken, zelfs m de kerk aan de avondmaalstafel worden zijn strikken gezet. Niets wordt ongedaan gelaten om een verlangen naar drank op te wekken en in stand te houden. Op bijna elke straathoek staat een kroeg met zijn reclamelichten, zijn welkom en vrolijkheid, en nodigt de Werkman, de rake leegloper en argeloze jeugd uit.
In privé lunchrooms en modieuze vestigingen worden dames populaire dranken aangeboden onder een of andere plezierige naam, maar in werkelijkheid zijn het alcoholische dranken. Voor de zieken en vermoeiden worden cocktails aangeprezen, die voor het merendeel uit alcohol bestaan.
Om de dranklust in kinderen op te roepen wordt alcohol in snoepgoed verwerkt. Zulk snoepgoed wordt in de winkel verkocht. En door dit snoepgoed uit te delen, lokt de drank- handelaar kinderen zijn zaak binnen.
Dag na dag, maand na maand, jaar na jaar, gaat dit werk voort. Vaders, echtgenoten, broers, de stem, hoop en trots van de natie, worden onophoudelijk in de holen van de drankslijters gelokt om ellendig en geruïneerd teruggezonden te worden. Erger nog, het hart van het gezin wordt aangetast. Meer en meer vrouwen zoeken hun heil in de alcohol. In menige huishouding worden kleine kinderen, zelfs onschuldige en hulpeloze baby”s in gevaar gebracht door verwaarlozing, mishandeling en de walgelijkheid van dronken moeders. Zonen en dochters groeien op onder de schaduw van dit vreselijke kwaad. Welk uitzicht hebben zij op de toekomst dan slechts nog dieper te zinken dan de ouders?
Uit de zogenaamde Christelijke landen is deze vloek over- gebracht naar heidense streken. Het onwetende volk wordt het gebruik van drank geleerd. Zelfs onder de heidenen herkennen verstandige mannen dit dodelijke vergif en protesteren ertegen; maar tevergeefs hebben zij getracht hun landen tegen deze verwoesting te beschermen. Door beschaafde volken zijn deze heidenen tot tabak, sterke drank en opium gedwongen. De onbeheerste hartstocht van deze mensen, gestimuleerd door de drank, verlagen hen tot een staat van vernedering die voordien onbekend was, en het wordt bijna een hopeloze onderneming om zendelingen naar deze landen te sturen.
Door hun contact met volkeren, die hun de kennis van God moesten hebben gebracht, zijn de heidenen tot ondeugden gekomen, die de verwoesting van hele stammen en geslachten hebben veroorzaakt. En op de donkere plaatsen van de aarde worden de mensen uit geciviliseerde landen dan ook om deze reden gehaat.
De Verantwoordelijkheid van de Kerk
Drank heefteen machtspositie in de wereld. Aan zijn kant staan de verenigde machten van geld, gewoonte en lusten. Die machten worden zelfs in de kerk gevoeld. Mannen die direct of indirect geld verdiend hebben in de drankhandel zijn leden van de kerk, en zelfs geziene kerkleden. Velen van hen geven ruim aan populaire liefdadigheid. Zijn bijdragen helpen de initiatieven van de kerk ondersteunen en onderhouden de predikanten. Zij beschikken over de achting die aan de macht van geld wordt bewezen. Kerken die zulke leden accepteren, ondersteunen in feite de drankhandel. Te dikwijls heeft de predikant niet de moed om voor het recht in te staan. Hij durft zijn volk niet over te brengen wat God gezegd heeft aangaande het werk van de drankhandelaar. Duidelijk spreken zou bete- kenen: zijn gemeente beledigen, zijn populariteit opofferen en het verlies van zijn salaris.
Maar boven de rechterstoel van de kerk staat de rechterstoel van God. Hij, die tot de eerste moordenaar zei: "Hoor het bloed van uw broeder roept tot Mij van de aardbodem," (2) zal voor Zijn altaar 'de gaven van een drankhandelaar niet aanvaarden. Zijn toom is ontstoken tegen degenen die hun schuld trachten te bedekken met een kleed van vrijgevigheid. Hun geld is bevlekt met bloed. Daar ligt een vloek op.
"Waartoe dient Mij de menigte uwer slachtoffers?
Zegt de Here...
Wanneer gij komt om voor Mijn aangezicht te verschijnen - wie heeft dit van u verlangd Mijn voorhoven plat te treden? Gaat niet voort met huichelachtige offers te brengen...
Wanneer gij uw handen uitbreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; zelfs wanneer gij het gebed vermenigvuldigt, hoor Ik niet; want uw handen zijn vol bloed." (3)
De dronkaard is tot betere dingen in staat. Talenten zijn hem toevertrouwd, waarmee God geëerd en de wereld gezegend kan worden; maar zijn medemensen hebben een strik voor zijn ziel gezet en hebben zich bevoordeeld aan zijn vernedering. Zij hebben in weelde geleefd, terwijl de slachtoffers, die zij beroofd hebben, in armoede en ellende leefden. Maar God zal van de hand van hem, die de dronkaard naar zijn snelle ondergang geholpen heeft, verantwoording eisen. Hij die de hemelen regeert, heeft noch de eerste oorzaak, noch de laatste uitwerking van dronkenschap uit het oog verloren. Zou Hij, die voor de mussen zorgt en het gras des velds bekleedt voorbij gaan aan hen, die naar Zijn beeld gevormd zijn, gekocht met Zijn eigen bloed; zou Hij geen aandacht aan hun schreien schenken? God merkt al deze boosheid op, die misdaad en ellende bestendigen. De wereld en de kerk mogen bijval hebben voor de man die rijkdom verworven heelt door de menselijke ziel te verlagen. Zij mogen de man toelachen die mensen stap voor stap geleid heet tot het pad van schaamte en vernedering. Maar God heeft er nota van genomen en geeft een rechtvaardig oordeel. De drankenhandelaar moge door de wereld een goede handelsman genoemd worden, maar de Here zegt: "Wee die man." Hij zal beschuldigd worden van de hulpeloosheid, de ellende, het verdriet, in de wereld gebracht door de drank. Hij zal antwoord moeten geven voor het verdriet en het gebrek dat de moeders en de kinderen geleden hebben, aan voedsel, kleding en onderdak, en die alle hoop op vreugde begraven hebben. Hij zal verantwoording moeten afleggen voor de zielen, die hij onvoorbereid de eeuwigheid in heeft gestuurd. En zij, die de drankhandelaar in zijn werk ondersteunen, delen in zijn schuld. Tot hen zegt God: "Uw handen zitten vol bloed."
De Drankwetgeving
Het verguningenstelsel voor de drankhandel wordt door velen voorgestaan als het intomen van het drankmisbruik. Maar de vergunning van de drankhandel plaatst die onder bescherming van de wet. De regering keurt het bestaan daarvan goed en bevordert het kwaad, dat het zegt te beperken. Onder de bescherming van dit vergunningenstelsel worden bierbrouwerij- en, distilleerderij en wijnkelders over het gehele land gevestigd, en de drankverkoper doet zijn werk naast de deur.
Dikwijls is het hun verboden om aan iemand die dronken is, of aan iemand die als dronkaard bekent staat, drank te verkopen; maar het werk om van jonge mensen dronkaards te maken, gaat ongemoeid verder. Het scheppen van dranklust in jonge mensen is het fundament van de drankhandel. De jeugd wordt stap voor stap verder gebracht, totdat de drankgewoonte gevestigd is en de dorst gevormd, die tot elke prijs om voldoening vraagt. Het zou minder schadelijk zijn wanneer de gevestigde dronkaard alcohol werd toegestaan, wiens ondergang in de meeste gevallen reeds beslist is, dan toe te staan om de bloem van onze jeugd in het verderf te lokken door deze vreselijke gewoonte. Door het vergunningenstelsel wordt hen, die zich trachten te beteren, constant de verleiding voorgehouden. Instellingen worden opgericht, waar de slachtoffers van onmatigheid geholpen kunnen worden om hun dranklust te overwinnen. Dit is een edel werk; maar zolang als de drankverkoop goedgekeurd is door de wet, heeft de verslaafde weinig nut van deze toevluchtsoorden voor dronkaards. Zij kunnen er niet altijd blijven. Zij moeten hun plaats in de gemeenschap weer innemen. De begeerte naar de drank, ofschoon verhinderd, is niet helemaal verdwenen; en wanneer de verzoeking hen overvalt, wat aan alle kanten gebeurt, vallen zij weer ten prooi aan hun vroegere verslaving.
Iemand die een gevaarlijk beest heeft en die, de aard van het beest kennend, het de vrijheid laat, is bij de wet van het land verantwoordelijk voor het kwaad dat het dier zou kunnen doen. In de aan Israël gegeven wetten wees God, dat wanneer een gevaarlijk dier de dood van een mens veroorzaakt, de eigenaar met zijn leven de prijs van zijn zorgeloosheid of kwaadaardigheid moet betalen. Volgens hetzelfde principe moet de staat die de drankvergunningen uitgeeft, verantwoordelijk gesteld worden voor de resultaten van die handel. En als het een misdaad is op straffe des doods om een gevaarlijk beest vrij te laten, hoeveel groter is dan de misdaad van het vergunningenstelsel voor de drank! Vergunningen worden verstrekt op het motief dat die inkomsten brengen in de schatkist. Maar wat is deze opbrengst vergeleken bij de enorme uitgaven voor de criminelen, verslaafden en de verbanning, die het gevolg zijn van de handel in alcoholische dranken! Een man onder invloed van alcohol begaat een misdaad; hij wordt voor de rechter geleid; en zij die de drankhandel gelegaliseerd hebben, worden gedwongen het resultaat van hun eigen werk te behandelen. Zij hebben de handel in drank legaal gemaakt, drank, die een verstandige man krankzinnig maakt; en nu is het nodig om die man op te bergen in de gevangenis, of naar de galg te sturen, terwijl vrouw en kinderen behoeftig worden achtergelaten, om ten laste van de gemeenschap te komen waarin zij leven.
Denk alleen maar eens aan het financiële aspect van de kwestie. Wat een dwaasheid is het om zo°n handel toe te staan! Welke opbrengst kan het verlies van de menselijke rede vergoeden, het schenden en ontsieren van het beeld van God in de mens, voor het ruïneren van kinderen, het terugbrengen tot verpaupering en vernedering; en de bestendiging van de kwade neigingen in de kinderen van de dronken vaders?
Drankverbod
De man die de gewoonte om bedwelmende drank te gebruiken heelt gevormd, verkeert in een wanhopige toestand. Zijn hersenen zijn verziekt, zijn wilskracht verzwakt. En voor zover het in zijn eigen vermogen ligt, is de begeerte niet te beheersen. Er valt met hem niet te redeneren, noch kan hij ervan overtuigd worden zichzelf te verloochenen. Iemand die besloten heeft de drank vaarwel te zeggen, wordt, in de holen van ondeugd getrokken, weer verleid tot het grijpen naar het glas, en met de eerste slok van het bedwelmende vocht is elk goed voornemen vergeten en de wil vernietigd. Eén druppel van het vocht, en alle gedachten aan de gevolgen zijn verdwenen. De door verdriet gebroken vrouw is vergeten. De verdorven vader trekt er zich niets meer van aan dat zijn kinderen honger hebben en geen kleren. Door het wettigen van die handel geeft de wet haar goedkeuring aan de ondergang van de ziel en weigert die verkoop, die de wereld met kwaad vervult, te beëindigen. Moet dit altijd voortgaan? Zullen zielen altijd worstelen hebben om de overwinning, met de deur tot verleiding wijd voor hen geopend? Moet de vloek van onmatigheid voor altijd als een kanker op de verslaafde wereld rusten? Moet dat als een verslindend vuur elk jaarvoortgaand over duizenden gelukkige gezinnen? Wanneer een schip in het zicht van de haven schipbreuk lijdt, staan mensen niet ledig toe te kijken. Zij wagen hun leven in een poging mannen en vrouwen van het watergraf te redden. Hoeveel groter is de vraag niet naar pogingen om mensen te redden van het lot van de dronkaard!
Het zijn niet alleen de dronkaard en zijn gezin, die gevaar lopen door het werk van de drankhandelaar, noch de extra belasting het voormasten ongemak dat deze handel op de gemeenschap legt, wij zijn allen verweven in het web van de mensheid. Het kwaad dat een deel van de grote menselijke broederschap overvalt, brengt gevaar voor allen mee. Menige man, die uit liefde voor gewin of gemakzucht, niets te doen wilde hebben met de beperking van de drankhandel, heeft te laat moeten ontdekken dat de handel te doen kreeg met hem. Hij heeft zijn kinderen zien afzakken of ruïneren. Wetteloosheid viert hoogtij. Bezittingen zijn in gevaar. Het leven is onveilig. Ongevallen op zee en te land nemen toe. Ziekten die in krottenwijk ontstaan, slaan over naar de betere buurten. Ondeugden, gekoesterd door kinderen die tussen verderf en misdaad opgroeien, infecteren de zonen en dochters van verfijnde en ontwikkelde gezinnen.
Er is geen mens, wiens belangen niet in gevaar worden gebracht door de drankhandel. Er is geen mens dat niet, in het belang van zijn eigen veiligheid, zich moet inzetten om die te vernietigen.
Vóór alle andere plaatse en die te doen hebben met wereldlijke belangen, zouden regeringsgebouwen en gerechtshoven vrij moeten zijn van deze vloek van onmatigheid. Bestuurders, volksvertegenwoordigers, rechters, ambtenaren, allen die te doen hebben met het handhaven van °s lands wetten en de uitvaardiging daarvan, die de levens, de goede naam en bezittingen van hun medeburgers in handen hebben, zouden mensen van strikte matigheid moeten zijn. Alleen dan kan hun verstand helder zijn om te onderscheiden tussen goed en kwaad, tussen recht en onrecht. Alleen dan kunnen zij vastheid van beginsel hebben, en wijsheid om het recht uit te oefenen en genade te tonen. Maar hoe is de stand van zaken? Hoevelen van deze mensen hebben hun geest beneveld, het gevoel voor recht en onrecht verward, door sterke drank! Hoeveel verdrukkende wetten zijn niet uitgevaardigd, Hoeveel onschuldige personen ter dood veroordeeld door het onrecht van een drinkende wetgevende macht, getuigen, juristen, advocaten, en zelfs rechters! Velen zijn er, die "machtig zijn in het drinken van wijn", mannen die "sterk zijn in het mengen van sterke drank", "die kwaad goed noemen, en goed kwaad"; die "rechtspreken voor beloning, en de gerechtigheid van de rechtvaardige wegnemen!" Van zulke zegt God:
"Wee hen." "Daarom zal, zoals een vuurtong stoppelen verteert en brandend stro ineen zinkt, hun wortel als molm worden en hun bloesem als stof opstuiven;
omdat zij de wet van de Here der heerscharen verworpen, en het woord van de Heilige Israëls hebben versmaad." (4) De eer van God, de stabiliteit van de natie, het welzijn van de gemeenschap, van het huisgezin en het individu, vragen dat iedere poging in het werk wordt gesteld om het volk bewust te maken van het kwaad van onmatigheid. Spoedig zullen wij de resultaten zien van dit vreselijke kwaad, zoals we het nu nog niet zien. Wie wil een vastbesloten poging wagen om het werk van vernietiging te beëindigen? De strijd is nog nauwelijks begonnen. Laat een leger gevormd worden om de verkoop van deze verdovende dranken, die mensen gek maken, te stoppen. Laat het gevaar van de drankhandel duidelijk gemaakt worden, en een publieke stemming opwekken, die om een verbod zal vragen. Laat hen, die door drank hun verstand verloren, een kans gegeven worden om hun slavernij te ontvluchten. Laat de stem van het volk van de wetgevers eisen een eind te maken aan deze heilloze handel.
"Red hen die ten dode gegrepen zijn, wendt u niet af van hen die ter slachting wankelen; wanneer gij zegt: Zie, zij wisten het niet - zal Hij, die de harten doorzoekt, het niet merken, en Hij, die op de ziel let, het niet weten, en de mens naar zijn doen vergelden?" (5)
"En wat zullen zij zeggen wanneer Hij u zal straffen?" (6)
Verwijzingen:
1. Jer.22:13-17. 3. Jes.1:11-15. 5. Spr.24:1l,12. 2. Gen.4:l0. 4. Jes.5:22-24. 6. Jer.13:21.
|