"De lippen van de wijze verspreiden kennis. "
De ware arts is een opvoeder. Hij erkent zijn verantwoorde- lijkheid, niet alleen voor de zieken die onder zijn zorg staan, maar ook voor de samenleving waarin hij zich bevindt. Hij is een bewaker van lichamelijke zowel als morele gezondheid. Het is zijn streven om niet alleen de juiste methoden te leren voor de behandeling van zieken, maar ook om de juiste lccfgewoonten aan te moedigen en kennis van de juiste principes te verspreiden.
Behoefte aan Opvoeding in Gezondheidsbeginselen
Opvoeding in gezondheidsbeginselen is nu meer dan ooit tevoren nodig: Niettegenstaande de geweldige voomitgang op het gebied van welvaart en welzijn, zelfs op het gebied van de gezondheid en de behandeling van ziekten, is de achteruitgang in lichamelijke kracht en uithoudingsvermogen van het mensdom alarmerend. Het vraagt dringend aandacht van allen die het welzijn van de medemens ter harte gaat.
Onze gekunstelde beschaving werkt kwade zaken in de hand, die een vemietigend effect hebben op gezonde beginselen. Gewoonten en mode zijn in strijd met de natuur. De praktijken die zij opleggen en de begeerten die zij aankweken, verminderen gestadig lichamelijke zowel als verstandelijke kiachten en leggen een ondraaglijke last op de mensheid. Omnatigheid en misdaad, ziekte en ellende, zijn overal.
Velen overtreden de gezondheidswetten uit onwetendheid en hebben aanwijzingen nodig. Maar de meesten weten beter zij doen. Hen moet op het hart worden gedrukt hoe belangrijk het is, hun kennis tot een levensgids te maken. De arts heelt vele gelegenheden om kemiis omtrent de gezondheidsbeginselen door te geven en om het belang aan te tonen van het in praktijk brengen. Door juiste voorlichting kan hij veel doen ter verbetenng van slechte gewoonten, die onnoemelijke schade veroorzaken.
Een Verkeerde Medische Filosofie
Een gewoonte, die de grondslag legt voorueen groot aantal ziekten en nog kwalijker zaken, is het vrijelijk gebruiken van gifiige ”geneesmiddelen”. Wanneer men ziek wordt, wil men niet de moeite nemen om de oorzaak van zijn ziekte na te Het voomaamste verlangen is zichzelf te bevnjden van pijn en ongemakken. Zij nemen hun toevlucht tot patentmiddelen, waarvan zij de samenstelling en uitwerking niet of nauwelijks kennen, of zij wenden zich tot een arts voor een medicijn om de gevolgen van verkeerde gewoonte tegen te gaan, maar zonder de gedachte om verandermg te brengen ni hun ongezonde gewoonten. Als geen onmiddellijke verlichting intreedt, wordt een ander medicijn geprobeerd, en dan weer een ander. En zo blijft het kwaad bestaan.
De mensen moet geleerd worden, dat zulke middelen geen ziekten genezen. Het is waar dat ze soms directe verlichting geven en de patiënt schijnt te herstellen als resultaat van het gebruik ervan; dit komt doordat de natuur voldoende vitale kracht heeft om het gift uit te scheiden en de factoren die de ziekte veroorzaken te con'igeren. De gezondheid herstelt zich, in weerwil van het middel. Maar in de meeste gevallen verandert het middel slechts de vorm en de plaats van de ziekte. Dikwijls schijnt het effect van het gif voor een tijd overwonnen te zijn, maar de neerslag blijfi in het gestel en veroorzaakt in een latere periode grote schade.
Door het gebruik van giftige ”geneesmiddelen” lopen veel mensen levenslange ziekten op en vele levens gaan verloren, die gered hadden kunnen worden bij de toepassing van natuurlijke geneesmethoden. De giften die zich in zo vele zogenaamde geneesmiddelen bevinden, zijn oorzaak van gewoonten en lusten, die ziel en lichaam naar de ondergang voeren. Vele populaire middelen, de zogenaamde patentmiddelen en soms zelfs de medicijnen die de arts voorschrijft, spelen een rol bij het ontstaan van de alcohol-, opium- of morfineverslaving, die zo°n vreselijke vloek voor de maatschappij betekenen.
Herstellende Kracht van de Natuur, de Juiste Medische Filosoñe
De enige hoop op verbetering ligt in het opvoeden van mensen in de juiste beginselen. Laat artsen de mensen leren, dat herstellende kracht niet in de geneesmiddelen, maar in de natuur te vinden is. Ziekte is een poging van de natuur om het gestel te bevrijden van toestanden die het gevolg zijn van het overtreden van de wetten der gezondheid. In geval van ziekte moet de oorzaak worden vastgesteld. Ongezonde omstandigheden moeten veranderd worden en verkeerde gewoonten geconigeerd. Dan moet de natuur geholpen worden in haar pogingen om veront- reinigingen uit te scheiden en de juiste toestand in het gestel weer te herstellen.
Natuurlijke Geneesmiddelen
Zuivere lucht, zonlicht, matigheid, rust, beweging, juiste voeding, het gebruik van water, vertrouwen in goddelijke kracht zijn de ware geneesmiddelen. Iedereen moet kermis hebben van natuurlijke geneesmethoden en hoe die toe te passen. Het is volstrekt noodzakelijk de principes te begrijpen inzake de behandeling van zieken, zowel als een praktische training te hebben, waardoor men in staat is deze kemris toe te passen. Het gebruik van natuurlijke geneesmiddelen vereist een bepaalde zorg en moeite, die velen niet bereid zijn te geven. Het natuurlijke proces van genezing en opbouw gaat langzaam en geleidelijk, en voor ongeduldige mensen lijkt het te langdurig. Het afstand doen van schadelijke gewoonten vereist opoffering. Maar tenslotte zal men zien dat de natuur, als zij niet gehinderd wordt, haar werk wijs en goed doet. Degenen die volharden in gehoorzaamheid aan haar wetten, zullen beloond worden met gezondheid van lichaam en geest.
Het Instandhouden van de Gezondheid
Over het algemeen wordt te weinig aandacht geschonken aan het instandhouden van de gezondheid. Het is veel beter ziekten te voorkomen dan te weten, hoe men moet handelen in geval van ziekte.
Het is de plicht van ieder mens, voor zijn bestwil en voor de mensheid, zichzelf op de hoogte te stellen van de wetten des levens en die gewetensvol te gehoorzamen. Een ieder moet bekend zijn met het meest wonderbaarlijke van alle organismen, het menselijk lichaam. Allen moeten de functies van de verschillende organen begrijpen en de onderlinge samenhang voor de gezonde werking van het geheel. Zij moeten de invloed van de geest op het lichaam bestuderen, en van het lichaam op de geest, en de wetten waardoor ze bestuurd worden.
De Training voor de Strijd des Levens
Wij kumien er niet genoeg aan herinnerd worden dat gezondheid niet van het geluk afl1angt. Het is een gevolg van gehoorzaamheid aan wetten. Dit wordt erkend door deelnemers aan atletiekwedstrij den en kraehtproeven. Deze mensen houden zich aan zorgvuldige voorbereidingen. Zij onderwerpen zich aan grondige training en strenge tucht. Elke lichamelijke gewoonte wordt zorgvuldig gereguleerd. Zij weten dat verzuim, overdaad of zorgeloosheid, waardoor enig orgaan of lichaams- funetie wordt verzwakt of belemmerd, verlies zou betekenen. Van hoeveel meer belang is zo”n nauwgezetheid om succes te hebben in de strijd des levens! Het zijn geen spiegelgevechten waarin wij verwikkeld zijn. Wij voeren een strijd waarvan de resultaten eeuwigheidswaarden hebben. Wij strijden tegen onzichtbare vijanden. Boze engelen strijden om de heerschappij over ieder mens. Wat de gezondheid schaadt vermindert niet alleen lichamelijke kracht, maar leidt tot verzwakking van geestelijke en morele krachten. Toegeeflijkheid aan iedere ongezonde handeling maakt het moeilijker om onderscheid te maken tussen goed en kwaad en dus moeilijker om het kwade te weerstaan. Het verhoogt het gevaar van mislukking en nederlaag.
"Zij, die in de renbaan lopen, lopen wel allen, doch slechts een kan de prijs ontvangen." (l) In de strijd waarin wij verwikkeld zij n, kunnen allen winnen, die zich strikt houden aan gehoorzaam- heid aan de juiste beginselen. De uitvoering van deze principes in de kleine dingen van het leven wordt te dikwijls als onbelangrijk gezien, een te geringe kwestie om aandacht aan te besteden. Maar ten aanzien van wat op het spel staat, is niets waarmee we te maken hebben, te klein. Iedere handeling legt zijn gewicht in de schaal van ”s levens overwirming of ondergang. De Schrift adviseert ons: "Loopt dan zó, dat gij die behaalt." (2)
Bij onze eerste voorouders resulteerde omnatig verlangen in het verlies van Eden. Matigheid in alle dingen heefi meer te doen met ons herstel tot het niveau van Eden dan men beseft. Wijzend op de zelfverlooehening van de deehremers aan de oude Griekse spelen, schrijft de apostel Paulus: "En al wie aan de wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een ve rgankelijke erekrans te verknj gen, wij om een onvergankelijke. lk loop dan ook niet maar in den blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat! Neen, ik tuehtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden." (3)
Grondslag tot Verbetering
De voortgang van de hervorming hangt af van een duidelijke herkenning van fundamentele waarheden. Terwijl aan de ene kant gevaar loert in enige filosofie of een harde, koude orthodoxie te vervallen, bestaat aan de andere kant groot gevaar voor een zorgeloos liberalisme. De grondslag van alle blijvende hervor- ming is de wet van God. Wij moeten in duidelijke vaste lijnen aantonen, hoe nodig het is deze wet te gehoorzamen. De beginselen daarvan moeten aan de mensen worden voorgehou- den. Zij zijn even eeuwig en onveranderlijk als God zelf. Eén van de jammerlijkste effecten van de eerste zonde was het feit dat de mens de macht over zichzelf verloor. Alleen als deze macht wordt herwonnen, kan er werkelijke vooruitgang zijn. Het lichaam is het enige middel, waardoor de geest en de ziel zich kunnen ontwikkelen voor de vorming van het karakter. Vandaar dat de vijand van zielen zijn verleidingen richt op de verzwakking en ontluistering van de lichamelijke krachten. Zijn succes op dit betekent de overgave van het gehele wezen aan het kwaad. De neigingen van onze lichamelijke natuur zullen zeker dood en verderf teweegbrengen, tenzij zij onder de beheersing van een hogere macht staan.
Het lichaam moet onder discipline worden gebracht. De hogere vermogens van ons wezen moeten heersen. De hartstoehten moeten door de wil in toom worden gehouden, die op zijn beurt onder Gods controle moet staan. De koninklijke macht van de rede, geheiligd door goddelijke genade, moet de scepter zwaaien in ons leven.
Gods eisen moeten in het geweten gegrift staan. Mannen en vrouwen moeten opgewekt worden tot de plicht van zelfbeheer- sing, de noodzaak van reinheid, bevrijding van iedere overmatige eetlust en bezoedelende gewoonte. Hen moet worden ingeprent dat al hun vem1ogens van lichaam en geest een gave van God zijn en in de best mogelijke conditie voor Zijn dienst bewaard moet blijven.
In dat oude ritueel, dat het evangelie symbolisch voorstelde, mocht geen geschonden offer naar Gods altaar worden gebracht. Het offer, dat Christus verzirmebeelde, moest onberispelijk zijn. Het woord van God wijst hiemaar als een illustratie van wat Zijn kinderen moeten zijn, "een levend offer", "hei1ig en zonder vlek of rimpel," "Gode welbehaaglijk." (4)
Behoefte aan Goddelijke Macht
Los van goddelijke kracht kan geen ware hervonning tot stand komen. Menselijke barrières tegen natuurlijke en gecul- tiveerde neigingen zijn slechts zandzakken tegen een watervloed. Pas als het leven van Christus een bezielende kracht in ons wordt, kunnen wij de verleidingen, die ons van binnen uit en van buiten af aanvallen weerstaan.
Christus kwam naar deze wereld en leefde naar Gods wet, opdat de mens de natuurlijke neigingen, die de ziel verderven, volmaakt meester zou worden. De Heelmeester van ziel en lichaam geeft overwinning over alle strijdende begeerten. Hij heefl alle voorzieningen getroffen, opdat de mens een volmaakt karakter zou bezitten.
Wanneer iemand zich aan Christus overgeeft, wordt de geest onder controle van de wet gebracht; maar het is de koninklijke wet, die vrijheid brengt aan iedere gevangene. Door één met Christus te worden, wordt de mens vrij. Onderwerping aan de wil van Christus betekent herstel tot het volmaakte menszijn. Gehoorzaamheid aan God is vrijheid van slavemij der zonde, bevrijding van menselijke hartstoehten en impulsen. De mens kan overwinnaar zijn over zichzelf, over zijn eigen neigingen, overwinnaar over overheden en machten, en de wereldbeheersers dezer duistemis," en over de "boze geesten in hemelse gewesten." (5)
Lessen voor het Gezin
Nergens is zulk ondenicht als dit meer nodig en nergens zal het groter resultaat afwerpen dan in het gezin. Ouders hebben te maken met de werkelijke grondslag van gewoonte en karakter. De hervonningsbeweging moet begimren met het tonen, dat de wet van God invloed heeft op de lichamelijke en zedelijke gezondheid. Toon aan, dat gehoorzaamheid aan Gods woord onze enige garantie is tegen het kwaad dat de wereld naar de afgrond voert. Wijs de ouders op de verantwoordelijkheid die zij tegenover zichzelf en hun kinderen hebben. Zij geven hun kinderen een voorbeeld, van gehoorzaamheid of van overtreding. Door hun voorbeeld en onderricht wordt het lof van hun huisgezin bepaald. De kinderen zullen zijn, wat de ouders van hen maken. Indien ouders ertoe gebracht konden worden het resultaat van him handelwijze na te gaan en konden zien, hoe zij door hun voorbeeld en onderricht de macht van zonde of de macht van gerechtigheid bestendigen of versterken, zou er zeker verandering aangebracht worden. Velen zouden zich afkeren van tradities en gewoonten, en de goddelijke beginselen van het leven accepteren.
De Macht van het Voorbeeld
De huisarts die thuis de zieken behandelt en aan het bed van patiënten waakt, hun lijden verlicht, hen van de rand van het graf terugbrengt, hoop spreekt tot sten/enden, wint hun vertrou- wen en genegenheid, wat slechts weinigen vergund is. Zelfs de predikant wordt zulke mogelijkheden of zo°n verreikende invloed niet geboden.
Zowel het voorbeeld van de arts als zijn instructies zouden een positieve kracht ten goede moeten zijn. De gezondheidshervorming roept om mannen en vrouwen wier leven een praktisch voorbeeld is van zelfbeheersing. Het is de uitvoering van de beginselen die wij ons hebben ingeprent, die de waarde bepaalt. De wereld heeft een praktisch demonstratie nodig van wat de genade Gods kan doen voor menselijke wezens in het herstel van hun verloren koningschap, door hen de heerschappij terug te geven. Er is niets dat de wereld zo nodig heelt als kemris van de reddende macht van het evangelie, geopenbaard in het leven van op Christus gelijkende mensen. De arts wordt voortdurend in contact gebracht met personen, die de kracht en bemoediging van een juist voorbeeld nodig hebben. Velen zijn moreel heel zwak. Zij hebben gebrek aan zellbeheersing en laten zich gemakkelijk verleiden. De arts kan deze zielen alleen helpen als hij in zijn eigen leven een kracht :uur beginselen toont, die hem in staat stelt over iedere schadelijke gewoonte en onreine lust te zegevieren. In zijn leven moet de werking van een goddelijke macht zichtbaar zijn. Als hij hierin te kort schiet, zal zijn invloed, hoe krachtig en overredend zijn woorden ook mogen zijn, ten kwade leiden.
Velen die door hun eigen verkeerde gewoonten morele wrakken zijn geworden, zoeken medisch advies en behandeling. li j zijn gekneusd, zwak en gewond, en voelen hun dwaasheid en onvermogen om te overwinnen. Zulke personen zouden niets in hun omgeving moeten hebben dat hun aanmoedigt tot voortzetting van de gedachten en gevoelens, die hun hebben gemaakt tot wat ze zijn. Zij dienen in een sfeer van reinheid, van hoge, edele gedachten te vertoeven. Wat een vreselijke verantwoording, wanneer diegenen, die deze "zieken" een goed voorbeeld zouden moeten geven, zelf slaaf geworden zijn van schadelijke gewoonten, wier invloed aan de verleiding een extra kracht verleent!
Arts en de Geheelonthouding
Velen komen onder doktersbehandeling daar zij bezig zijn hun lichaam en ziel te ruïneren door het gebruik van tabak en sterke drank. De arts die trouw is aan zijn verantwoordelijkheid, moet deze patiënten erop wijzen wat de oorzaak van hun lijden is. Maar als hij zelf een tabak- of alcoholgebruiker is, welk gewicht hebben zijn woorden dan? Zal hij met de kennis van zijn zwakheid niet aarzelen om de pestbuil in het leven van de patiënt aan te wijzen? Daar hij deze dingen zelf gebruikt, hoe kan hij dan de jeugd overtuigen van de schadelijke effecten ervan?
Hoe kan een arts in de samenleving staan als een voorbeeld van reinheid en zelfbeheersing, hoe kan hij een succesvol werker in de geheelonthouding zijn, als hij zelf verslaafd is aan een slechte gewoonte? Hoe kan hij aan het ziekbed of sterfbed aanvaardbaar zijn dienst verrichten, als zijn eigen adem afstotelijk is door de stank van sterke drank of tabak?
Terwijl hij bezig is zijn zenuwgestel te verstoren en zijn hersenen te benevelen door het gebruik van bedwelmende middelen, hoe kan hij dan aan het vertrouwen beantwoorden dat in hem gesteld wordt als bekwaam arts? Hoe onmogelijk is het hem snel te onderscheiden of met precisie een handeling uit te voeren!
Als hij de wetten die zijn eigen wezen beheersen met m acht neemt, als hij zelfzuchtige bevrediging verkiest boven zuiverheid van geest en lichaam, verklaart hij zichzelf daardoor niet ongeschikt om de verantwoording voor mensenlevens te worden toevertrouwd?
Ontmoediging in zijn Werk
Hoe bekwaam en trouw een arts ook mag zijn, er is in zijn ervaring duidelijk veel ontmoediging en tegenslag. Dikwijls gebeurt het dat hij in zijn werk niet bereikt, wat hij graag had willen bereiken. Ofschoon de patiënten herstellen, kan het zijn dat dit hen of de wereld niet werkelijk tot zegen is. Velen genezen om weer opnieuw in onmatigheden te vervallen, die ziekte uitlokten. Met hetzelfde verlangen als voorheen storten zij zich weer in de kringloop van omnatigheid en dwaasheid. Het werk door de arts aan hen besteed lijkt vergeefse moeite. Christus had dezelfde ervaring, toch staakte Hij zijn pogingen niet voor één lijdende ziel. Van de tien melaatsen die gereinigd werden, stelde slechts één de gave op prijs, en hij was een vreemdeling en Samaritaan. Ter wille van die ene genas Christus alle tien. Als de arts geen groter succes ervaart dan de Verlosser, laat hem dan een les van de Grote Heehneester leren. Van Christus staat geschreven: "Hij zal niet ontmoedigd worden, om Zijn moeitevol lijden zal Hij het zien tot verzadiging toe." (6)
Als er slechts één ziel het evangelie van Zijn genade geaccepteerd zou hebben, zou Christus, om die ene ziel te redden, zijn leven van arbeid en vemedering en Zijn schandelijke dood gekozen hebben. Als wij door onze pogingen één menselijk wezen hebben helpen verlichten en veredelen, geschikt om in de hoven des Heren te verschijnen, hebben wij dan geen reden tot blijdschap?
Persoonlijke Behoeften en Gevaren
De plichten van een arts zijn inspannend, zwaar en vermoeiend. Teneinde deze succesvol ten uitvoer te brengen, moet de arts een sterk gestel hebben en een blakende gezondheid genieten. Een man die zwak of ziekelijk is, kan het vennoeiende werk, dat met de artsenroeping gepaard gaat, niet volhouden. Iemand zonder vohnaakte zelfbeheersing is niet geschikt allerlei soorten ziekten te behandelen.
Dikwijls van slaap verstoken, vaak gedwongen maaltijden over te slaan, in grote mate verstoken van sociale omgang en godsdienstige voorrechten, schijnt het leven van een arts onder een voortdurende schaduw te liggen. De ellende die hij meemaakt, de afliankelijke stervelingen die naar hulp verlangen, zijn contacten met ontaarde mensen, veroorzaken hartenleed en vemietigen welhaast het vertrouwen in de mensheid. In de strijd tegen ziekte en dood wordt het arbeidsvermogen tot het uiterste op de proef gesteld. Als reactie op deze vreselijke spanning komen geest- en wilskracht onder zware druk te staan. Dan hebben verzoekirigen de grootste kracht. Meer dan mensen in andere beroepen heeft de arts behoefte aan zelfbeheersing, reinheid van geest en een geloof dat zich vastklampt aan de hemel. Ter wille van anderen en voor zijn eigen zaak kan hij zich niet veroorloven de natuurwetten te veronachtzamen. Roekeloosheid in lichamelijke gewoonten nijgen naar roeke- loosheid in moraal.
De Enige Toevlucht
De enige veiligheid van de arts is, onder alle omstandigheden uit principe te handelen, versterkt en veredeld door doelbewust- heid, die slechts in God gevonden wordt. Hij moet morele kracht putten uit de uitmuntende eigenschappen van Gods karakter. Elke dag, ieder uur, elk moment, moet hij leven voor het aangezicht van de onzichtbare wereld. Zoals voor Mozes, zou voor hem voortdurend van toepassing moeten zijn: "als ziende de Onzienlijke."
Gerechtigheid woitelt in godsvmcht. Geen mens kan voor zijn medemens steevast een puur, krachtig leven handhaven, tenzij zijn leven met Christus geborgen is in God. Hoe groter de activiteit onder de mensen, hoe inniger het hart in contact moet zijn met de hemel.
Hoe dringender zijn plichten en hoe groter zijn verantwoorde- lijkheden, hoe groter de behoefte van de arts aan goddelijke kracht. Tijd moet worden vrijgemaakt van tijdelijke zaken om te mediteren over eeuwige dingen. Hij moet een opdringende wereld weerstaan, die zo”n druk op hem zou leggen, dat hij gescheiden wordt van de bron van kracht. Meer dan andere mensen zou hij door gebed en studie van de Schrifi zichzelf onder het beschennende schild van God moeten plaatsen. Hij moet van uur tot uur in contact zijn en in bewuste gemeenschap leven met de beginselen der waarheid, gerechtigheid en genade, die Gods eigenschappen in de ziel openbaren.
Juist in die mate waarin het woord van God ontvangen en gehoorzaamd wordt, zal het zijn invloed uitoefenen op de motivatie en het karakter. Het zal elke gedachte reinigen en elk verlangen reguleren. Zij die zich met Gods woord vertrouwd maken, zullen zich als mannen gedragen en sterk zijn. Zij zullen uitstijgen boven alle slechte dingen tot in een atmosfeer, die vrij is van elke verontreiniging.
Wanneer de mens in gemeenschap met God leeft, zal hij door die standvastigheid, die Jozef en Daniël kemnerkte te midden van het verderf van de heidense hoven, een vlekkeloos rein leven tot het zijne maken. Zijn karakterkleed zal smetteloos zijn. In zijn leven zal het licht van Christus ongehinderd schijnen. De Lichtende Morgenster zal standvastig boven hem schijnen in onveranderlijke heerlijkheid. Zo°n leven zal een kracht zijn in de samenleving. Het zal een slagboom zijn tegen het kwaad, een toevlucht voor verzochten, een gids voor hen, die te midden van moeilijkheden en ontmoedigingen het rechte pad zoeken.
Verwijzingen: 1. 1 Cor. 9:2 3. 1 Cor. 9:25-27. 5. Ef. 6:12. 2. 1 Cor. 9;24 4. Rom. 12:1; Ef. 5:27. 6. Jes. 42:4; 53:11.
|