De zieken moeten genezen worden door de samenwerking van het menselijke en het goddelijke.
In het dienstwerk der genezing moet de arts een medewerker van Christus zijn. De Verlosser werkte zowel voor de ziel van de mens als wel voor het lichaam. Het evangelie dat Hij leerde was een boodschap van geestelijk leven en lichamelijk herstel. Verlossing van zonde en genezing van ziekten waren met elkaar verbonden. Hetzelfde dienstwerk is de Christelijke arts opge- dragen. Hij moet zich met Christus verbinden in het verlichten van zowel geestelijke als lichamelijke noden van zijn medemens. Hij moet voor de zieken een boodschapper van genade zijn, die hen een geneesmiddel brengt voor het zieke lichaam en voor de ziel die door zonde ziek is.
Christus is het ware hoofd van het medisch beroep. Als Chef-Arts staat Hij naast iedere Godvrezende arts, die er aan werkt het menselijke lijden te verzachten. Terwijl de arts natuurlijke geneesmiddelen voor lichamelijke ziekten gebruikt, zou hij zijn patiënten moeten wijzen op Hem, die ziekten, zowel van de geest als het lichaam, kan verlichten. Datgene wat de artsen slechts kunnen doen om te helpen, wordt door Christus voltooid. Zij streven emaar het genezingswerk van de natuur te assisteren; Christus zelf is de Genezer. De arts zoekt het leven te behouden; Christus geeft het leven.
De Bron van Genezing
De Verlosser openbaarde in Zijn wonderen de macht die voortdurend aan het werk is ten behoeve van de mens, om hem kracht te geven en te genezen. Door middel van de natuur werkt God dag aan dag, uur na uur, van moment tot moment, om ons in leven te houden, ons op te bouwen en te herstellen. Wanneer enig lichaamsdeel letsel oploopt, wordt omniddellijk een herstellingsproces begonnen; de natuurlijke krachten treden in werking om de gezondheid te herstellen. Maar de kracht die door deze middelen werkt, is de kracht van God. Alle leven gevende kracht is van Hem. Wanneer iemand van een ziekte herstelt, is het God Die hem geneest.
Ziekte, lijden en dood zijn het werk van een vijandige macht. Satan is de vemietiger; God is de Hersteller.
De woorden, tot Israël gesproken, zijn ook vandaag nog waarheid voor hen die gezond worden naar lichaam en geest; "Ik ben de Heer, uw Heelmeester." (1)
De wens van God voor ieder mens wordt uitgedrukt in de woorden:
"Geliefden, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat." Hij is het, die "al uw ongerechtigheden vergeefi, die al uw krankheden geneest; die uw leven verlost van de groeve, die u kroont met goedertierenheid en bannhartigheid." (2)
Zonde de Oorzaak van Ziekte
Toen Jezus ziekten genas, waarschuwde Hij vele getroffenen: "Zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome." (3) Zo leerde Hij dat zij ziekte op zichzelf gebracht hadden door overtreding van Gods wetten en dat de gezondheid alleen behouden kan worden door gehoorzaamheid.
De arts zou zijn patiënten moeten leren dat zij met God moeten samenwerken voor hun herstel. De arts moet een steeds groeiend besef hebben, van het feit dat ziekte het resultaat is van zonde. Hij moet weten dat de natuurwetten, evenals de tien geboden, goddelijk zijn, en dat alleen door gehoorzaamheid daaraan de gezondheid hersteld en behouden kan worden. Hij ziet velen lijden als het resultaat van schadelijke gewoonten, die genezen zouden kumien worden als zij deden wat zij konden ten behoeve van hun eigen herstel. Zij hebben er behoefte aan erop gewezen te worden dat elke gewoonte, die lichamelijke, mentale of geestelijke energie vemietigt, zonde is en dat gezondheid slechts gewaarborgd kan worden door gehoorzaam- heid aan Gods wetten, die God heelt ingesteld ten goede van de gehele mensheid.
Wanneer een arts een patiënt ziet lijden aan een ziekte, die veroorzaakt is door verkeerde eet- en drink- of andere foutieve leefgewoonten, toch verzuimt om dat te vertellen, dan doet hij zijn medemens onrecht aan. Dronkaards, waanzinnigen en zij die zich overgegeven hebben aan losbandigheid, doen allen een beroep op de arts om hen duidelijk en onverbloemd te verklaren dat lijden het resultaat is van zonde. Zij, die de grondbeginselen van het leven begrijpen, zouden er in emst naar moeten streven de oorzaken van ziekten tegen te gaan. Hoe kan een arts, bij het zien van de voortdurende strijd tegen pijn, daarbij eindeloos werkend om lijden te verlichten, daar vrede mee hebben? Als hij geen strikte matigheid leert als geneesmiddel tegen ziekte, is Hij geen welwillend en barmhartig arts.
Gods Levenswet
Laat het u duidelijk zijn, dat de weg van Gods geboden de weg ten leven is. God heeft natuurwetten ingesteld, maar Zijn wetten zijn geen willekeurige eisen. Ieder "Gij zult niet", zowel in de natuurwetten als in de zedenwet, houdt een belofte in. Als wij die wetten gehoorzamen, zal er zegen op ons rusten. God dwingt ons nooit om het goede te doen, maar Hij tracht ons te redden van het kwade en probeert ons naar het goede toe te leiden.
Laat uw aandacht gevestigd worden op de wetten die aan Israël werden geleerd. God gaf hun duidelijk omschreven aanwijzingen ten aanzien van hun levensgewoonten. Hij maakte hun de wetten bekend voor zowel lichaamlijk als geestelijk welzijn; en op voorwaarde van gehoorzaamheid verzekerde Hij hen: "De Here zal alle ziekten van u afwenden." (4) "Neemt alle woorden ter harte, waarmee Ik u heden vennaan." "Want zij zijn leven voor wie ze vinden, genezing voor het ganse lichaam." (5)
God wenst dat wij de standaard van volmaaktheid bereiken, wat ons mogelijk gemaakt word door de gave van Christus. Hij roept ons op, de juiste keuze te maken, ons te verbinden met de hemelse machten en beginselen eigen te maken, die het goddelijk beeld in ons zullen herstellen. In zijn geschreven woord en in het grote boek der natuur heeft Hij ons de beginselen van het leven geopenbaard. Het is onze taak kennis van deze beginselen te verkrijgen en door gehoorzaamheid met Hem samen te werken in het herstel van zowel lichaam als geest.
Het Evangelie van Heil
De mens moet leren dat de zegeningen van gehoorzaamheid in hun volheid alleen zijn deel kunnen worden, als hij de genade van Christus ontvangt. Het is Zijn genade die het de mens mogelijk maakt Gods wetten te gehoorzamen. Het is deze genade die hem in staat stelt de band van slechte gewoonten te verbreken. Dit is de enige macht die hem standvastig op het rechte pad kan brengen en doen behouden.
Wanneer het evangelie in zijn reinheid en kracht ontvangen wordt, is het een geneesmiddel tegen de ziekten die door de zonde veroorzaakt werden. De Zon der Gerechtigheid gaat op, "met genezing onder Zijn vleugels." (6) Niet alles wat de wereld schenkt, kan een gebroken hart helen, of vrede in het gemoed brengen, of zorgen wegnemen, of ziekte uitbannen. Roem, aanleg, talent - alles is machteloos om een hart vol droeflreid blij te maken of een verwoest leven te herstellen. Het leven van God in de ziel is de enige hoop van de mens. De liefde die Christus uitstort in het gehele wezen is een levende macht. Elk vitaal deel - de hersenen, het hart, de zenuwen, worden daardoor met genezing aangeraakt. Daardoor worden de voomaamste vermogens tot activiteit geprikkeld. Het bevrijdt de ziel van schuld en droefheid, van angst en bezorgdheid, die de levenskrachten vemielen. Tegelijkertijd komen vrede en kalmte in het gemoed. Het plant een blijdschap in de ziel, die door niets aards vemietigd kan worden; vreugde in de Heilige Geest, heilbrengende, leven gevende vreugde. De woorden van onze Verlosser: "Komt allen tot Mij,... en Ik zal u nrst geven," (7) zijn een recept tot genezing van lichamelijke, mentale en geestelijke ziekten. Ofschoon de mens lijden over zichzelf heeft gebracht door verkeerde gewoonten, wordt Hij door de Verlosser met medelijden gadegeslagen. In Hem kunnen wij hulp vinden. Hij wil grote dingen doen voor degenen die op Hem vertrouwen. ,
Ofschoon de zonde sinds eeuwen zijn greep op het mensenge- slacht heeft versterkt, ofschoon de satan door valsheid en kunstgrepen de zwarte schaduw van zijn uitleg over het woord van God heeft geworpen en daardoor de mens heefi doen twijfelen aan Gods goedheid, hebben de genade en liefde van de Vader toch niet opgehouden in rijke stromen te vloeien naar deze aarde. Als de mens zijn vensters der ziel hemelwaarts zou openen, in het besef van de goddelijke gaven, dan zou een vloed van genezende kracht binnenstromen.
Waarde van grondige Geschiktheid
De arts die emaar verlangt een aanvaardbare medewerker van Christus te zijn, zal emaar streven in ieder opzicht efficiënt te worden. Hij zal ijverig studeren, opdat hij de verantwoordelijkheden van zijn beroep aan kan. Hij zal voort- durend trachten een hoger peil te bereiken, zoekend naar meer kennis, grotere bekwaamheid en dieper onderscheidingsver- mogen. Iedere arts zou moeten beseffen dat degene, die niet eflicíënt werkt, niet alleen schade berokkent aan de zieke, maar ook onrecht doet aan zijn collega-artsen. De arts die zich tevreden stelt met een laag peil van bekwaamheid en kennis, verlaagt niet alleen het medisch beroep, maar doet ook Christus, de Grote Heelmeester, oneer aan.
Wie vindt, dat hij ongeschikt is voor medisch werk, zou een andere betrekking moeten kiezen. Zij, die wel geschikt zijn voor ziekenverzorging, maar van wie de opleiding en medische bekwaamheid te kort schieten, zouden er goed aan doen, eenvoudiger werk voor hun rekening te nemen door plichtsge- trouw verpleegkundig werk te venichten. Door volhardende dienst onder vaardige artsen kunnen zij voortdurend leren en door het benutten van elke gelegenheid om kemris te vergaren, kunnen zij tenslotte volledig bevoegd worden voor het werk van arts. Laat de jongere artsen "als werkers tezamen met Hem (de Chef-Arts)... de genade Gods niet tevergeefs ontvangen... in geen enkel opzicht aanstoot gevend, opdat onze bediening niet gesmaad worde: maar wij doen onszelf in alles kennen als dienaren Gods." (8)
Gods doel met ons is, dat wij steeds in opwaartse richting gaan. De ware medische zendingsarts zal een steeds bekwamer geneesheer worden. Getalenteerde Christelijke artsen, die een superieure beroepsvaardigheid hebben verkregen, zouden uitgekozen en aangemoedigd moeten worden om in de dienst van God te gaan op plaatsen, waar zij anderen kunnen opleiden en trainen om medisch zendeling te worden.
De arts zou in zijn hart het licht van Gods woord moeten vergaren. Hij zou voortdurend in genade moeten groeien. Bij hem zou de godsdienst centraal moeten staan. Het moet een invloed zijn die alle andere domineert. Hij moet handelen uit hoge, heilige motieven - motieven die krachtig zijn, omdat zij van God uitgaan, de Ene, die Zijn leven gegeven heelt om ons de voorzien van krachten, die het kwade overwinnen.
Als de arts getrouw en ijverig emaar streeft zich in zijn beroep te bekwamen, als hij zichzelf wijdt aan de dienst van Christus en tijd neemt om zijn eigen hart te onderzoeken, zal hij begrijpen hoe hij de geheimen van zijn heilig beroep meester wordt. Hij kan zichzelf zodanig ontwikkelen, dat allen binnen zijn invloedssfeer de uitnemendheid van de opleiding en wij sheid, verkregen door degene die verbonden is met de God van wijsheid en macht, zullen zien.
Een Goddelijke Helper in de ziekenkamer
Nergens is een nauwere gemeenschap met Christus nodig dan in het werk van een arts. Degene die de plichten van een geneesheer op de juiste wijze wil vervullen, moet ieder uur van de dag een Christelijk leven leiden. Het leven van een patiënt is in de handen van de arts. Eén zorgeloze diagnose, één verkeerd voorschrift in een kritiek geval, of één zorgeloze beweging van de hand tijdens de operatie - zelfs maar een haarbreedte - een leven kan eraan opgeoñerd zijn, en een ziel kan de eeuwigheid ingestuurd worden. Wat een emstige gedachte! Hoe belangrijk is het, dat artsen altijd onder toezicht van de goddelijke Geneesheer staan!
De Verlosser is bereid om allen te helpen, die een beroep op Hem doen om wijsheid en helderheid van gedachte. En wie behoefi wijsheid en helderheid van gedachte meer dan een geneesheer van wiens beslissing zoveel afliangt? Laat hem, die tracht levens te verlengen, in geloof op Christus zien om ieder van zijn bewegingen te leiden. De Verlosser wil hem tact en bekwaamheid geven in de behandeling van moeilijke gevallen. Wonderbaarlijk zijn de gelegenheden, gegeven aan verzorgers van zieken. Laat in alles wat gedaan wordt voor het herstel van zieken, hen begrijpen dat de arts een weg zoekt om met God samen te werken teneinde de ziekte te oveiwimien. Leidt hen ertoe te voelen, dat bij iedere maatregel, genomen in harmonie met Gods wetten, zij de hulp van goddelijke kracht mogen verwachten.
De zieken en lijdenden zullen veel meer vertrouwen hebben in de arts van wie zij overtuigd zijn, dat hij God lief heeft en vreest. Zij verlaten zich op zijn woord. Zij hebben een geV0el van zekerheid in de aanwezigheid en leidmg van die_arts. Het is een voorrecht van de christenaits om door middel van gebed Zijn aanwezigheid in de ziekenkamer te vragen. Laat de chirurg, vóór het uitvoeren van een ernstige operatie, de hulp van de Grote Heelmeester inroepen. Laat hij de zieke verzekeren dat God hem veilig door de beproeving. heen kan helpen_en dat Hij in alle tijden van tegenspoed een veilige schuilplaats is voor allen die op Hem vertrouwen. De arts die dit niet kan doen, verliest geval na geval, dat anderszins gered hadkunnen worden. Als hij woorden kan spreken, die tot geloof inspireren in de meevoelende Verlosser, die iedere snik van angst vo_el_ï, en de nood van de ziel tot Hem kan brengen, ZOU de crisis Vaker veilig zijn voorbijgegaan.
Alleen Hij, die het hart leest, kan weten met hoeveel angst en beven menig patiënt toestemt in een operatie door de hand van een chirurg. Zij beseffen het gevaar. Hoewel zij vertrouwen kunnen hebben in de bekwaamheid van de arts, Weten ZIJ, dal hij niet onfeilbaar is. Maar als zij zien, datnde arts het hoofd buigt en God om hulp vraagt, worden zij met vertrouwen vervuld. Dankbaarheid en vertrouwen openen het hait voor de helende macht van God, de levenskrachten worden opgewekt en zullen overwinnen. _ _ _
Ook voor de arts is de aanwezigheid van Christus een bron van kracht. Dikwijls drukken de verantwoordelijkheden .en de mogelijkheden zwaar op hem. De koortsachtig onzekerheid van vrees zouden zijn hand de vaardigheid kumien doen verliezen. Maar de zekerheid dat de goddelijke Raadsman naast hem staat om hem te versterken, geeft hem rust en moed. De aanrak1ng van Christus op de hand van de arts brengt vitaliteit, rust, vertrouwen en kracht. _
Wanneer de crisis veilig is doorstaan, en de behandelnig geslaagd, besteedt dan enkele momenten aan gebed met de patiënt. Geef uitdnikking van uw dankbaarheid voor het leven dat gespaard is. Als de patiënt woorden van dank uitspreekt tegen de arts, laat de lof en dank tot God gericht worden. Vertel de patiënt dat zijn leven gespaard is, omdat hij onder besehenning stond van de hemelse Geneesheer.
De arts, die deze weg volgt, leidt de patiënt naar de Ene, van wie zijn leven aflrangt, de Ene, die allen die tot Hem komen volkomen kan redden.
Werk aan de Ziel
Het medisch zendingswerk zou een diepe bewogenheid met zich moeten brengen. Aan de arts, evenals de evangeliedienaar is het meest verantwoordelijke werk, ooit aan mensen opgedra- gen, toevertrouwd. Of hij het beseft of niet, aan iedere arts wordt de genezing van zielen toevertrouwd.
In zijn werk, waar hij te maken heeft met ziekte en dood, verliest de arts vaak de emstige werkelijkheid van het toekomstige leven uit het oog. In hun emstige poging om het gevaar voor het lichaam af te wenden, vergeten zij het levensgevaar voor de ziel. De persoon die zij behandelen, kan zijn greep op het leven verliezen. De laatste mogelijkheden ktmnen hem uit de vingers glippen. Deze ziel zal de arts voor de rechterstoel van Christus weer moeten ontmoeten. Dikwijls lopen zij de kostbaarste zegeningen mis door te verzuimen een woord op het juiste moment te spreken. Wanneer de gouden gelegenheid niet afgewaeht wordt, gaat die verloren. Aan het ziekbed moet geen woord van belijdenis of strijdpunt gesproken worden. Laat de lijder gewezen worden op Hem, die bereid is allen die in geloof tot Hem komen te redden. Emstig en teder moet gestreefd worden de ziel, die tussen leven en dood zweeft, te helpen.
De arts die weet, dat Christus zijn persoonlijke Verlosser is, omdat hijzelf tot de Toevlucht geleid is, weet hoe hij moet handelen met de bevende, schuldige, met zonde beladen ziel, die zich tot hem om hulp keert. Hij kan antwoorden op de vraag: "Wat moet ik doen om gered te worden?" Hij kan het verhaal van de liefde van de Verlosser vertellen. Hij kan uit ervaring spreken over de kracht van berouw en geloof. In eenvoudige, emstige woorden kan hij de nood van de ziel in gebed aan God voorleggen en hij kan de zieke aanmoedigen ook genade te vragen en te aanvaarden van de medelijdende Heiland. Als hij zo de zieke bij staat aan het bed, ernaar strevend woorden van hulp en troost te spreken, werkt de Here met en door hem. Als de geest van de lijder op de Zaligmaker wordt gericht, vervult de vrede van Christus zijn hart en geestelijke gezondheid, die over hem komt, wordt gebruikt als de helpende hand van God in het herstel van de lichamelijke genezing. Op ziekenbezoek zal de arts dikwijls gelegenheid hebben om een woord van waarheid tot de vrienden te spreken. Als zij aan het bed waken en zich machteloos voelen om een vlaag van angst te voorkomen, worden hun harten verzacht. Dikwijls wordt verdriet, dat voor anderen wordt verborgen, aan de arts verteld. Dat is de gelegenheid om deze bedroefden te wijzen op Hem, die de vennoeiden en belasten heeft uitgenodigd om tot Hem te komen. Dikwijls kan voor hen en met hen een gebed worden opgezonden, waarin hun nood aan de Heehneester van alle kwalen, de Verzachter van alle smart kan worden voorgelegd.
Gods beloften
l)e geneesheer heeft kostbare gelegenheden om zijn patiënten op de beloften van Gods woord te wijzen. Hij moet uit het sehathuis nieuwe en oude dingen te voorschijn halen, hier en daar een woord van troost brengen en aanwijzingen geven waarnaar verlangd wordt. Laat de arts zijn geest een schatkamer maken van frisse gedachten. Laat hem het woord van God ij ve rig bestuderen, opdat hij bekend mag worden met de gegeven l›e|ollen. Laat hem leren te herhalen de woorden van troost, die (`liristus heelt gesproken tijdens Zijn aardse dienstwerk toen lli_| Zijn lessen gaf en de zieken genas. Hij zou moeten praten over de werken v;ui p_eiie/.mg die Jezus verrichtte, van Zijn tederheid en liefde. Nooit zou hij moeten verzuimen de geest van zijn patiënten te richten op Christus, de Grote Heelmeester. Dezelfde macht die Christus uitoefende toen Hij zichtbaar onder de mensen wandelde, is in Zijn woord te vinden. Het was door Zijn woord dat Jezus zieken genas en duivelen uitwierp; door Zijn woord stilde Hij de stonn, bracht Hij de doden tot leven; en het volk getuigde dat Zijn woord met macht was. Hij sprak het woord van God, zoals Hij gesproken had tot alle profeten en leraars van het Oude Testament. De gehele Bijbel is een openbaring van Christus.
De Schriften moeten ontvangen worden als Gods woord tot ons, niet louter geschreven, maar gesproken. Toen de gekwelden tot Christus kwamen, zag Hij niet slechts hen, die om hulp vroegen, maar allen die door de eeuwen heen in gelijke nood tot Hem zouden komen met hetzelfde geloof. Toen Hij tot de verlamde zei: "Zoon, houdt moed; uw zonden worden u vergeven," (9) toen Hij tegen de vrouw te Kapemaüm zei: "Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede," (10) sprak Hij tot andere ellendige, met zonden beladen mensen die Zijn hulp zouden zoeken.
Zo is het met alle beloften in Gods woord. Daarin spreekt Hij tot ons persoonlijk, spreekt Hij direct, alsof wij naar Zijn stem konden luisteren. Het zijn deze beloften waarin Christus Zich met ons verbindt in genade en kracht. Zij zijn de bladeren van die boom, die "voor genezing der volkeren" is. (Openb.22:2) Ontvangen, opgenomen, moeten zij de sterkte van het karakter, de inspiratie en onderhoud van het leven zijn. Niets anders kan zo,n helende kracht hebben. Niets daamaast kan moed en geloof geven, wat vitale kracht meedeelt aan het gehele wezen. Tot degene, die trillend van angst aan de rand van het graf staat, tot de ziel, vennoeid door de last van lijden en zonde, kan de arts, als zich de gelegenheid voordoet, de woorden van de Heiland herhalen - want al de woorden in de Heilige Schrifi zijn de Zijne:
"Vrees niet, want ik heb u verlost, Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn, Wanneer gij door het water trekt, ben Ik met u; gaat gij door rivieren, zij zullen u niet wegspoelen; als gij door het vuur gaat, zult gij niet verteren en zal de vlam u niet verbranden. Want Ik de Heer ben uw God, de Heilige Israëls, uw Verlosser... Omdat gij kostbaar zijt in Mijn ogen en hooggeschat en ik u lieflreb." "Ik ben het, die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil en Ik gedenk uw zonden niet." "Vrees niet, want Ik ben met u." (12)
"Gelijk een vader zich ontfennt over zijn kinderen, ontfennt Zich de Here over degenen die Hem vrezen. Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig dat wij stof zijn." (13)
"Alleen, erken uw ongerechtigheid dat gij van de Here uw God zijt afgevallen." "Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid." (14)
"Ik vaag uw overtredingen weg als een nevel en uw zonden als een wolk; keer weder tot Mij, want Ik heb u verlost." (15) "Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt de Here; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Als gij gewillig zijt en luistert, zult gij het goede des lands eten." (16)
"Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde, daarom heb Ik u getrokken in goedertierenheid." "In een uitstorting van toom heb Ik Mijn aangezicht een ogenblik voor u verborgen, maar met eeuwige goedertierenheid ontfenn Ik Mij over u, zegt uw Verlosser, de Here." (17)
"Uw hart worde niet ontroerd." "Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd." (18)
"Een ieder van hen zal zijn als een beschutting tegen de wind en als een toevlucht voor een stortbui, als waterstromen in een dorre streek, als de schaduw van een machtige rots in een dorstig land." (19)
"De ellendigen zoeken naar water, maar het is er niet, hun mond verdroogt van dorst; Ik, de Here zal hen verhoren; Ik, de God van Israël, zal hun niet verlaten." (20)
"Zo zegt de Here, uw Maker en van moederschoot aan uw Formeerder, die u helpt: "Ik zal water gieten op het dorstige land en beken op het droge; Ik zal Mijn Geest uitgieten op uw nakroost en Mijn zegen op uw nakomelingen." (21) "Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden der aarde." (22)
"Hij heefi onze zwakheden op Zich genomen en onze ziekten heeft Hij gedragen." "Om onze overtredingen werd Hij door- boord, om onze ongerechtigheden werd Hij verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden." (23)
Verwijzingen: 1. Ex. 15:26. 2. 3 Joh. 2; Ps. 103:3,4. 3. Joh. 5:14. 4. Deut. 7:15; 5. . Deut. 32:46; Spr. 4:22. 6. Mal. 4:2. 7. Matth. 11:28. 8. 2 Cor. 6:1-4. 9. Matth. 9:2. 10.Luc. 8:48. 11. Openb. 22:2. 12 Jes. 43:1-4,25,5 13. Ps. 103:13,l4. 20. 14. Jer. 3:13; 21. 1 Joh. 1:9. 15. Jes. 44:22. 16 Jes. 1218,19. 17. Jer. 31:3; Jes. 54:8. 18. Joh. 14:1,27 19. Jes. 32:2. 20. Jes. 41:17. 21. Jes. 44:2,3. 22. Jes. 45:22. 23. Matth. 8:17; Jes. 53:5.
|