MS 22, 1887 774. De gezondheidsinstituten voor zieken zijn de beste plaatsen om degenen die lijden te leren, in overeenstemming met de wetten van de natuur te leven, en te stoppen met hun gezondheidsverwoestende praktijken van verkeerde dieet- en kleedgewoontes, die overeenkomstig de gewoontes en praktijken van deze wereld zijn en helemaal niet volgens Gods ordening. Zij verrichten een goed werk door licht te brengen over onze wereld. … Er bestaat nu ook voor artsen en hervormers op het gebied van behandeling van ziektes, een duidelijke noodzaak, om grotere en zorgvuldiger inspanning te leveren, met het doel hun werk vooruit en omhoog te stuwen. En ook om op betrokken wijze voorlichting te geven aan degenen die hen om medisch advies vragen, om de oorzaak van hun kwalen vast te stellen. Zij moeten hun aandacht in het bijzonder richten op de wetten die God heeft vastgesteld en die niet straffeloos geschonden kunnen worden. Zij houden zich veel bezig met de behandeling van ziektes, maar vragen over het algemeen geen aandacht voor de wetten, die men met eerbied en verstand moet gehoorzamen, om ziekte te voorkomen. Vooral wanneer de arts zelf geen correcte dieetgewoontes kent, als zijn eigen eetlust niet is ingeperkt door een gewoon en heilzaam dieet, waarbij het eten van het vlees van dode dieren in hoge mate is uitgebannen – wanneer hij zelf van vlees houdt – dan heeft hij niet alleen voorkeur voor ongezond voedsel ontwikkeld, maar ook uitgedragen. Hij heeft bekrompen ideeën, en zal eerder nog de smaak en de eetlust van zijn patiënten vormen en oefenen, om datgene lekker te vinden wat hij lekker vindt, dan dat hij hun de zuivere beginselen van gezondheidshervorming zal bijbrengen. Hij zal zieke patiënten vlees voorschrijven, ook al is dat het allerslechtste dieet wat zij kunnen krijgen. Het stimuleert, maar je wordt er niet sterker van. Zij informeren niet naar eerdere eet- en drinkgewoontes, en letten niet speciaal op verkeerde gewoontes die al gedurende vele jaren de basis voor ziekte hebben gelegd.
Gewetensvolle artsen moeten bereid zijn, onwetenden voor te lichten. Zij moeten hun recepten met wijsheid uitschrijven, en onderdelen uit het dieet schrappen, waarvan ze weten dat die verkeerd zijn. Zij moeten duidelijk zijn over de dingen die zij als schadelijk beschouwen in het licht van de gezondheidswetten, en degenen die lijden serieus die dingen laten doen die ze zelf kunnen, om weer in de juiste verhouding met de levens- en gezondheidswetten te komen. [Plicht van artsen en helpers om hun eigen smaak om te vormen – 720] [Verantwoordelijkheid van de arts om schriftelijk en mondeling voorlichting te geven over gezond koken – 382] [Aan patiënten in het Gezondheidstehuis moet geleerd worden, af te stappen van een vleeshoudend dieet – 720]
|