Wanneer verstandige mannen en vrouwen, die zich Christenen noemen, beweren dat er geen kwaad steekt in het maken van wijn of cider voor de verkoop, omdat het ongegist niet bedwelmend is, dan voel ik mij triest. Ik weet dat er een andere kant zit aan dit onderwerp die zij weigeren te zien. Want zelfzucht heeft hun ogen toegesloten voor het verschrikkelijke kwaad dat uit het gebruik van deze stimulerende middelen kan voortkomen. … Wij beweren een volk van hervormers te zijn, lichtdragers in deze wereld, Gods trouwe wachters, die iedere toegang bewaken, waarlangs satan met zijn verleidingen binnen zou kunnen komen, om onze eetlust te laten ontaarden. Wij moeten een voorbeeld zijn en invloed uitoefenen, die als kracht in dienst staan van hervorming. Wij moeten ons onthouden van iedere praktijk die het geweten afstompt of verzoekingen aanmoedigt. We mogen geen enkele deur openzetten, waardoor satan toegang kan krijgen tot de geest van ook maar één mens die naar Gods beeld geschapen is. Als iedereen waakzaam en trouw is in het bewaken van de kleine openingen, die gemaakt worden door het gematigd gebruik van die zogenaamd ongevaarlijke wijn en cider, dan zal de snelweg naar de dronkenschap gesloten worden. Wat in iedere gemeenschap nodig is, is de doelbewuste wil tot het ‘raak niet, smaak niet en roer niet aan’. Dan zal de hervorming tot gematigdheid sterk, duurzaam en volledig zijn. …
De Verlosser van de wereld, die de toestand, waarin de samenleving in het laatste der dagen verkeert, goed kent, houdt ons eten en drinken voor als de zonden die deze tijd veroordelen. Hij zegt ons, dat zoals het was in de dagen van Noach, dat het zó zal zijn bij de openbaring van de Zoon des mensen. “Want zoals zij in die dagen vóór de zondvloed waren, etende en drinkende, huwende en ten huwelijk gevende, tot op de dag, waarop Noach in de ark ging, en zij niets bemerkten, eer de zondvloed kwam en hen allen wegnam.” (Matth. 24: 38, 39) Precies zo zullen de zaken liggen in het laatste der dagen. En zij die deze waarschuwingen ter harte nemen, zullen uiterst voorzichtig zijn om niet op een weg terecht te komen die hen onder het oordeel zal brengen.
Broeders en zusters, laat ons deze kwestie in het licht van de Schriften bezien, en onze invloed op besliste wijze laten gelden ten dienste van de gematigdheid in alles. Appels en druiven zijn gaven van God; zij kunnen uitstekend gebruikt worden als gezond voedsel. Maar zij kunnen ook voor verkeerde doeleinden worden misbruikt. God laat de wijngaarden en de appeloogst al verrotten vanwege de zondige praktijken van mensen. Wij staan als hervormers in deze wereld. Laten wij ontrouwen en ongelovigen geen gelegenheid bieden om ons geloof in opspraak te brengen. Christus sprak: “Gij zijt het zout der aarde”, “Gij zijt het licht der wereld.” (Matth. 5: 13, 14) Laten wij tonen dat ons hart en ons geweten onder de hervormende invloed van Goddelijke genade staat, en dat ons leven door de zuivere beginselen van Gods wet wordt geregeerd, zelfs al vragen deze beginselen ons, tijdelijke belangen op te opofferen.
|