31 Hervormingleiders

Brief 48, 1902
715.
Ondanks het feit dat we het eten van vlees niet tot toetssteen maken, ondanks dat we niemand willen dwingen te stoppen met het eten van vlees, toch is het onze plicht te verzoeken, dat geen enkele predikant van deze conferentie de hervormingsboodschap op dit punt licht zal opvatten of zal tegenstreven. Wanneer u, ondanks het licht dat God heeft gegeven over de gevolgen van het eten van vlees op ons organisme, toch doorgaat met het eten van vlees, dan moet u daar de consequenties van aanvaarden. Maar neem tegenover de mensen niet een positie in, dat zij kunnen denken dat het niet nodig is om ten aanzien van het eten van vlees op te roepen tot hervormingen. Want de Heer roept op tot hervorming. De Heer heeft ons de taak gegeven, de gezondheidsboodschap te verkondigen. En als u niet naar voren kunt treden in de rangen van hen die deze boodschap brengen, dan moet u daar niet zoveel nadruk op leggen. Wanneer u de inspanningen van uw medearbeiders, die onderwijs geven in gezondheidshervorming, tegenwerkt, dan plaatst u zich buiten de orde en staat u aan de verkeerde kant.
[Het werk van gezondheidshervorming gaat voort; wacht u ervoor het tegen te werken – 42]

Pacific Union Recorder, 9 oktober 1902
716.
Zullen wij, als boodschappers van God, niet een beslist getuigenis laten horen tegen het toegeven aan een ontaarde eetlust? … God heeft ons een overvloed aan vruchten en granen gegeven, die op een gezonde manier kunnen worden bereid en in gepaste hoeveelheden kunnen worden gegeten. Waarom kiezen mensen dan nog voortdurend voor vlees? Is het nog wel mogelijk dat wij vertrouwen hebben in predikanten die aan tafels waar vlees geserveerd wordt, dit samen met anderen eten? …
“Gij zult nauwgezet de geboden van de HERE, uw God, onderhouden.” (Deuteronomium 6:17) Ieder die de gezondheidswetten schendt zal zich zeker Gods ongenoegen op de hals halen. O, hoeveel zouden we niet dag aan dag van de Heilige Geest ontvangen, als wij behoedzaam zouden wandelen, onszelf zouden verloochenen en de deugden van het karakter van Christus zouden beoefenen.

MS 113, 1901
717. Laten onze predikanten en colporteurs onder het vaandel van strikte gematigdheid wandelen. Schaam u er nooit voor, te zeggen: “Nee, dank u; ik eet geen vlees. Ik heb gewetensbezwaren tegen het eten van het vlees van dode dieren.” Wanneer u thee wordt aangeboden, sla dit dan af en geef de reden van uw weigering te kennen. Leg uit dat het schadelijk is. En ook al stimuleert het voor even, die stimulans is gauw uitgewerkt en dan krijg je met een even grote terugslag te maken.

Brief 135, 1902
718
. Ten aanzien van vlees kunnen we allemaal zeggen: laat het staan. En wij moeten allemaal een duidelijk getuigenis geven tegen thee en koffie, door het nooit te gebruiken. Het zijn narcotica, even schadelijk voor onze hersenen als voor de andere organen van ons lichaam. Het tijdstip is nog niet aangebroken, waarop ik zou kunnen zeggen dat men helemaal moet stoppen met het gebruik van melk en eieren. Melk en eieren moeten niet op één hoop gegooid worden met vlees. Tegen sommige kwalen helpt het goed om eieren te eten.
Laten de leden van onze gemeenten elke zelfzuchtige eetlust afzweren. Iedere cent die aan thee, koffie en vlees wordt uitgegeven is méér dan verspild. Want deze zaken belemmeren de optimale ontwikkeling van onze lichamelijke, verstandelijke en geestelijke vermogens.
[Vlees niet geserveerd in huize White, noch door E.G. White gegeten – Appendix I: 4, 5, 8, 10, 14, 15, 16, 17, 18, 21, 23]
[Vlees bij E.G. White van tafel gebannen – Appendix I: 12, 13]


(C) 2020 - Alle rechten voorbehouden

Deze pagina afdrukken