Brief 17, 1895 547. Gewone, eenvoudige taart mag als dessert dienen. Maar als iemand twee of drie stukken eet, alleen maar om zijn ontembare eetlust te stillen, dan maakt hij zich ongeschikt voor de dienst aan God. Sommigen, die al flink van ander voedsel hebben gegeten, nemen een toetje, niet omdat zij dit nodig hebben, maar omdat het zo lekker smaakt. Wanneer men hen vraagt, of ze nog een tweede stuk lusten, dan kunnen ze de verleiding niet weerstaan. En dan worden nog eens twee of drie stukken taart op de toch al overwerkte maag geladen. Degene die zoiets doet, heeft zichzelf nooit geleerd om te oefenen in zelfverloochening. Hij die het slachtoffer is van zijn eetlust is zó aan zijn manier van doen verslaafd, dat hij de schade die hij zichzelf berokkent niet ziet.
(1870) 2T 383, 384 548. Toen zij extra kleding en extra voedsel, eenvoudig en voedzaam van kwaliteit, nodig had, werd het haar niet toegestaan. Haar gestel hunkerde naar grondstoffen die zij in bloed kon omzetten, maar hij gaf het haar niet. Een matige hoeveelheid melk en suiker, een klein beetje zout, met gist gerezen witbrood voor de afwisseling, grahammeel (= tarwemeel waar de zemelen en kiemen nog in zitten, vert.) op allerlei manieren bereid door andere handen dan de hare, gewone rozijnentaart, rijstepudding met rozijnen, pruimen en af en toe vijgen, en zo zou ik nog vele gerechten kunnen noemen. Dit alles zou aan haar eetlust tegemoet zijn gekomen.
Brief 127, 1904 549. Het voedsel wat de patiënten wordt voorgezet moet zó zijn, dat het op hen een goede indruk maakt. Men kan eieren op allerlei manieren klaarmaken. Citroentaart moet men niet verbieden. [Citroentaart gebruikt door Ellen G. White – Appendix I: 22]
Brief 53, 1898 550. Het dessert moet samen met de rest van het voedsel worden opgediend. Want vaak wordt, nadat onze maag al alles heeft gekregen wat ze nodig heeft, het toetje binnengebracht. En dat is dan net te veel.
|