Brief 84, 1898 436. Ik had een ontmoeting met de doktoren en met Broeder … en ik sprak ongeveer twee uur met hen, en ik luchtte mijn hart. Ik zei hun, dat zij verleid waren, en dat zij bezig waren voor die verleiding te bezwijken. Om zich van cliënten te verzekeren, zouden zij vlees op tafel zetten, en dan zouden ze in de verleiding komen om nog verder te gaan, om thee, koffie en medicijnen te gebruiken. … Ik zei: Er zal verleiding komen door degenen wier zucht naar vlees is bevredigd, en als zulke mensen banden hebben met het Gezondheidscentrum, dan zullen zij ertoe verleiden, de beginselen op te offeren. Er mag helemaal geen eerste introductie van het eten van vlees plaatsvinden. Dan zal het helemaal niet nodig zijn om vlees uit te bannen, omdat het nooit op tafel is verschenen. … Het argument werd gebruikt, dat zij zolang vlees op tafel zouden hebben, totdat zij via lessen duidelijk hadden gemaakt het niet meer te gebruiken. Maar doordat er voortdurend nieuwe patiënten kwamen, zou hetzelfde excuus het vlees eten definitief laten voortduren. Nee, laat het nooit op tafel verschijnen. Dan zullen uw lessen over het vleesvraagstuk overeenkomen met de boodschap die u dient uit te dragen.
|