(1875) 3T 567, 568 357. Beseffen moeders van de huidige generatie wel de heiligheidvan hun opdracht, en proberen ze niet in uiterlijke schijn te wedijverenmet hun rijke buren? Of trachten zij integendeel die buren te overtreffen in het trouw vervullen van hun taak, hun kinderen te instrueren met hetnog op het leven in de hemel? Als kinderen en jongeren onderwezen engeoefend zouden worden in gewoontes van zelfverloochening enzelfbeheersing, indien hun zou worden geleerd dat zij eten om te leven enniet leven om te eten, dan zou er minder ziekte zijn en minderzedenverwildering. Er zou niet zoveel noodzaak zijn om campagnes voorgematigdheid te houden, die maar zo weinig opleveren, als de juistebeginselen van gematigdheid - die de samenleving vormen en die demode bepalen - maar konden worden ingeplant in de jeugd. Zij zoudendan de morele waarden en de morele zuiverheid bezitten, om in de krachtvan Jezus weerstand te kunnen bieden aan de onreinheden van deze tijd. Ouders kunnen aan hun kinderen neigingen tot eetzucht en begeertehebben overgedragen, die het moeilijker maken om deze kinderen teonderwijzen en te oefenen strikt gematigd te zijn, en zuivere endeugdzame gewoontes te hebben. Als het verlangen naar ongezondvoedsel en naar stimulerende en verdovende middelen als erfenis van hunouders op hen is overgedragen, wat een vreselijk grote verantwoor-delijkheid rust er dan op de ouders, om die kwalijke neigingen tegen tegaan, die zij aan hun kinderen hebben gegeven! Hoe emstig en vlijtigmoeten ouders dan in geloof en hoop hun plicht vervullen tegenover hunongelukkige kroost!
Ouders zouden het tot hun voomaamste taak moeten maken, delevens- en gezondheidswetten te leren begrijpen, zodat zij niets zullendoen in de bereiding van voedsel, of door enige andere gewoonte,waardoor in hun kinderen verkeerde neigingen zouden kunnen ontstaan.Hoe zorgvuldig zouden moeders moeten leren, het meest eenvoudige,gezonde voedsel op tafel te zetten, zodat de spijsverteringsorganen nietverzwakt raken en de energie van de zenuwen niet uit balans raakt; enook de opvoeding die zij hun kinderen moeten geven, niet wordttegengewerkt door het voedsel dat zij krijgen voorgezet. Dat voedselverzwakt, ofwel versterkt de organen in de buik, en is van groot belangbij het in stand houden van de lichamelijke en zedelijke gezondheid vande kinderen, die Gods, met bloed gekocht, eigendom zijn. Wat een heiligetaak is ouders toevertrouwd, om de lichamelijke en zedelijke toestand vanhun kinderen te bewaren, opdat zij een evenwichtig zenuwstelsel zullenhebben, en hun ziel niet in gevaar komt! Zij die toegeven aan de eetlustvan hun kinderen, en hun begeertes niet onder controle houden, zullenhun vreselijke vergissing eenmaal inzien: wanneer zij geconfronteerdzullen worden met de verslaafde roker en drinker, wiens zintuigenverdoofd zijn, en over wiens lippen leugens en godslasteringen komen.
|