R. & H., 25 januari 1881 254. Het is voor iedereen onmogelijk om de zegen vanheíligmakíng te genieten zolang men egoïstisch en gulzig is. Men gaatgebukt onder een last aan zwakheden vanwege verkeerde eet- endrinkgewoontes, die de levens- en gezondheidswetten geweld aandoen.Velen verzwakken hun spijsverteringsorganen door aan hun ontaardeeetlust toe te geven. Het vermogen van het menselijk gestel om het hoofdte bieden aan het misbruik dat men daarvan maakt, is bewonderenswaardig. Maar volgehouden verkeerde gewoontes door buitensporig etenen drinken, verzwakken uiteindelijk iedere lichaamsfunctie. Laten dezezwakken overwegen, wat zij hadden kunnen zijn, als zij gematigd zoudenhebben geleefd en hun gezondheid zouden hebben bevorderd in plaatsvan die te misbruiken. Door het toegeven aan ontaarde eetlust enhartstochten, belemmeren zelfs belijdende Christenen de natuur in haarwerk en ze nemen af in lichamelijke, geestelijke en zedelijke kracht.Sommigen die dit doen, beweren dat zij door God geheiligd zijn; maarzo”n bewering mist iedere grond.
“Een zoon eert zijn vader en een knecht zijn heer. Indien Ik nueen Vader ben, waar is de eerbied voor Mij? En indien Ik een heer ben,waar is de vrees voor Mij, zegt de HERE der heerscharen tot u, opriesters, die mijn naam veracht? En dan zegt gij: waarmee verachten wijuw naam? Gij brengt minderwaardige offerspijze op mijn altaar. En danzegt gij: waarmee hebben wij u minderwaardig behandeld? Doordat gijzegt: des HEREN tafel, zij is verachtelijk. Want, wanneer gij een blinddier ten offer brengt, is dat niet erg? Wanneer gij een kreupel of ziek dierbrengt, is dat niet erg? Biedt dat eens uw landvoogd aan; zal hijwelgevallen aan u hebben of u goedgunstig gezind zijn, zegt de HEREder heerscharen? Gij brengt het geroofde, het kreupele en het zieke.Als gij dat offer brengt, zou Ik het uit uw hand aannemen, zegt deHERE?” (Maleachi 1:6-8, l 3b)
Laten wij deze waarschuwingen en verwijten met zorg ter hartenemen. Hoewel zij tot het oude Israël werden gericht, zijn zij vandaagniet minder van toepassing op Gods volk. En wij dienen de woorden vande apostel onder ogen te zien, waarin hij een beroep doet op zijnbroeders: “met beroep op de bannhartigheden Gods, dat gij uw lichamenstelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer.” (Romeinen 12:1)Dit is ware heiligmaking. Het is niet alleen maar theorie, een gevoel, ofeen formule in woorden; maar een levend, actief beginsel, dat alles temaken heeft met ons dagelijks leven. Dit beginsel vraagt van ons, datonze gewoontes in eten, drinken en kleding zodanig zullen zijn, dat zij deinstandhouding van onze lichamelijke, geestelijke en zedelijkegezondheid veiligstellen. Zo kunnen wij onze lichamen stellen - niet toteen offer dat aangetast is door verkeerde gewoontes - maar: “tot eenlevend, heilig en Gode welgevallig offer.”
Laat niemand die beweert godsvruchtige zijn metonverschilligheid de gezondheid van zijn lichaam bezien, en zich vleienmet de gedachte dat onmatigheid geen zonde is en zijn spiritualiteit nietzal aantasten. Er bestaat een nauw verband tussen de lichamelijke en degeestelijke natuur.
|