(1902) 7T 257, 258 226. Tijdens overdadige maaltijden eten mensen vaak veel meerdan zij gemakkelijk kunnen verteren. Hun overladen maag kan het werkniet aan. Het gevolg is een onaangenaam duf gevoel in het hoofd enhersenen die niet snel kunnen werken. De verstoring komt door eenonjuiste combinatie van voedsel; er treedt gisting op; het bloed raaktverontreinigd en de gedachten raken in de war.De gewoonte om te veel te eten, of om te veel verschillendegerechten per maaltijd te eten, leidt vaak tot spijsverteringsdosissen.Zo wordt aan de tere spijsverteringsorganen ernstige schade toegebracht.De maag protesteert tevergeefs en doet een beroep op de hersenen omoorzaak en gevolg te combineren. De te grote hoeveelheid die men at ofde verkeerde combinatie doen hun schadelijk werk. Tevergeefs is dewaarschuwing door die onaangename voortekenen. Lijden is het gevolg.Ziekte komt in de plaats van gezondheid.’
Sommigen vragen zich af: wat heeft dit met bestuursvergaderingen te maken? Heel veel. De gevolgen van verkeerd etenworden in raads- en bestuursvergaderingen binnen gebracht. De hersenenworden door de conditie waarin de maag verkeert mee aangetast. Eenmaag in wanorde leidt tot een wanordelij ke, onzekere geestesgesteldheid.Een zieke maag veroorzaakt een zieke toestand van de hersenen en zorgter vaak voor dat iemand koppig vasthoudt aan verkeerde opvattingen. Dezogenaamde wijsheid van zo iemand is dwaasheid bij God.Ik breng dit naar voren als oorzaak voor de situatie in vele raads-en bestuursvergaderingen, waar aan vraagstukken die zorgvuldige studievereisen slechts weinig aandacht besteed wordt en waar beslissingen vanhet grootste belang overhaast worden genomen. Vaak hebben in om-standigheden waarin men eensgezind vóór iets zou moeten zijn,vastberaden tegenstemmen de sfeer in een vergadering volledig doenomslaan. Deze gevolgen heb ik keer op keer gezien.Ik stel deze zaken nu aan de orde, omdat ik opdracht hebontvangen tot mijn broeders die predikant zijn te zeggen: Door onmatigeten zorgt u ervoor dat u niet langer het onderscheid kunt zien tussenheilig en onheilig vuur. En door zo°n onmatigheid toont u ook uw gebrekaan respect voor de waarschuwingen die de Heer u heeft gegeven. Zijnwoord voor u is: “Wie onder u vreest de HERE, wie hoort naar de stemvan zijn knecht? Wanneer hij in diepe duistemis wandelt, van lichtberoofd, vertrouwe hij op de naam des HEREN en steune op zijn God.”(Jes. 50:10) Zullen wij niet tot de Heer naderen, opdat Hij ons kanverlossen van alle onmatigheid in eten en drinken, van elke onheiligebegeerte en van alle verdorvenheid? Zullen wij ons niet voor Godverootmoedigen, en ons reinigen van alles wat ons vlees en onze geestbezoedelt, en zo in vrees voor Hem onze heiligheid van karaktervolmaken?
|