Op iedereen, en in het bijzonder op predikanten die onderricht geven inde waarheid, rust de zware verantwoordelijkheid om op het punt van huneetlust de overwinning te behalen. Zij zouden veel bruikbaarder zijnwanneer zij hun eetlust en hartstochten konden beheersen. En hunverstandelijke en zedelijke vermogens zouden groter zijn wanneer zijlichamelijke arbeid met geestelijke inspanning zouden combineren. Metstrikt gematigde gewoontes en met de combinatie van geestelijke enlichamelijke arbeid, zouden zij veel meer werk kunnen verzetten endaarbij helder van geest blijven. Als zij deze weg zouden volgen, danzouden hun gedachten en woorden vrijer kunnen stromen, hungodsdienstoefeningen zouden meer inhoud hebben, en de indruk op huntoehoorders zou veel dieper zijn.
Onmatigheid in eten heeft, zelfs wanneer het voedsel van dejuiste samenstelling betreft, een vemietigende invloed op ons gestel enstompt de fijnere en heiliger gevoelens af.
Ongedateerd MS 8874. Sommige mensen brengen voedsel mee naar hetkampeerterrein wat totaal ongeschikt is voor zulke gelegenheden:weelderige taarten en gebak en zo”n verscheidenheid aan gerechten, datde spijsvertering van een gezonde arbeider er nog van ontregeld zouraken. Natuurlijk, men acht het beste nog niet goed genoeg voor depredikant. De mensen sturen dit naar zijn tafel en nodigen hem aan huntafel. Zo worden predikanten verleid om te veel te eten, en ook vanvoedsel dat schadelijk is. Niet alleen wordt hun inzet voor de campmeeting daardoor minder effectief, velen krijgen bovendien last vanspijsverteringsstoomissen.
De predikant dient deze goedbedoelde maar onverstandigegastvrijheid af te wijzen, zelfs al loopt hij het gevaar onbeleefd te schijnen. En de gemeente zou zoveel echte vriendelijkheid moeten tonen,dat zij hem niets opdringt. Het is verkeerd om de predikant met ongezondvoedsel in verzoeking te brengen. Op deze manier is kostbaar talent voorde zaak van God verloren gegaan. En velen die nog in leven zijn, missende helft van de vitaliteit en kracht van hun vermogens. Predikantenzouden meer dan wie ook zuinig moeten omspringen met de energie vanhun hersenen en de sterkte van hun zenuwen. Opwinding wordt gevolgddoor neerslachtigheid; oververzadiging benevelt het verstand en zorgtervoor dat men moeizaam en verward gaat denken. Niemand kan eensuccesvol arbeider op geestelijk gebied zijn, zonder dat hij striktegematigdheid in zijn dieet betracht. God kan Zijn Heilige Geest niet latenrusten op diegenen die, terwijl ze weten hoe zij gezond zouden moeteneten, voortgaan op een weg die hen naar geest en lichaam verzwakt.
|