(R. & H., 27 mei 1902) C.H. 578, 579 37. Het niet slagen in het volgen van zuivere beginselen heeft degeschiedenis van Gods volk ontsierd. Er is een voortdurende terugval inde gezondheidshervorming geweest, en als gevolg daarvan is God vanZijn eer beroofd door een groot gebrek aan spiritualiteit. Er zijnmoeilijkheden opgeworpen die nooit zouden hebben bestaan als het volkvan God in het licht had gewandeld.
Zullen wij die zulke grote mogelijkheden hebben gekregen,toelaten dat de mensen van de wereld ons voorgaan in gezondheids-hervorming? Zullen wij afbreuk doen aan ons verstand en misbruikmaken van onze talenten door verkeerd te eten? Zullen wij Gods heiligewet overtreden door het volgen van zelfzuchtige praktijken? Zal onzeonstandvastigheid tot een spreekwoord worden? Zullen wij een zóonchristelijk leven leiden dat de Heiland zich ervoor zal schamen onsbroeders en zusters te noemen?
Zullen wij dan niet liever dat medische zendingswerk doen - datis praktisch evangeliewerk ~ en daarbij zó leven dat de vrede Gods inonze harten kan regeren? Zullen wij niet elk struikelblok voor de voetenvan ongelovigen verwijderen, ons steeds herinnerend wat tot het belijdenvan het Christendom behoort? Het is veel beter de naam van Christen opte geven, dan een getuigenis te geven en tegelijkertijd toe te geven aaneen eetzucht die onheilige hartstochten versterkt.
God roept ieder gemeentelid op om zijn leven zonder reserve aande dienst van de Heer te wijden. Hij roept op tot vastberaden hervorming.De hele schepping zucht onder de vloek. Gods volk dient daar te staanwaar zij groeien in genade en door de waarheid worden geheiligd naarlichaam, ziel en geest. Wanneer zij afstand doen van alle genot dat degezondheid aantast, dan zullen zij een helderder beeld krijgen over watware godsvrucht betekent. Er zal dan een schitterende verandering in degodsdienstige ervaring te zien zijn.
|