(1905) M.H. 114, 115 2. God verlangt van ons dat wij de maat van volmaaktheid bereiken, die voor ons is mogelijk gemaakt door de gave van Christus. Hij roept ons op om voor de goede kant te kiezen, om in contact te treden met hemelse machten en om beginselen aan te nemen die het beeld van God in ons zullen herstellen. In Zijn geschreven woord en in het grote boek van de natuur heeft Hij de beginselen van het leven geopenbaard. Het is onze taak om kennis van deze beginselen te verkrijgen, en door gehoorzaamheid met Hem samen te werken in het herstellen van onze gezondheid, zowel van ons lichaam als van onze ziel.
Brief 73a, 1896 3. Het levend organisme is Gods eigendom. Het behoort Hem toe op grond van Zijn schepping en door Zijn verlossing. En door misbruik te maken van ook maar één van onze talenten, beroven wij God van de eer die Hem toekomt.
|